Reacties
De invloed van de zon in Tsjechië heeft op alles en iedereen een andere invloed - net als op alles in Nederland.
Maar als ik uit je vraagtitel begrijp dat dit om de hoogte van de zon boven de horizon gaat, dan moet je wat wiskunde over hoeken weten. De zon komt ergens in het oosten op, stijgt aan de hemel tot het hoogste punt in het zuiden en daalt dan weer en gaat in het westen onder. Het punt in het zuiden ligt precies in het midden van de punten van opkomst en ondergang.
Maar omdat de aardas een beetje scheef staat tov het baanvlak waarin het om de zon beweegt, kennen we seizoenen: tussen begin van de winter (21 dec) en de zomer (21 juni) komt de zon steeds hoger te staan in het zuiden. De dagen lengen en worden warmer (want de zon is langer boven de horzon en geeft meer warmte).
Daarna daalt hij weer. De dagen worden korter en kouder. Het plaatje hieronder geeft de stand van de aarde aan als het winter is: de noordpool staat van de zon afgericht (het wordt op de noordpool nooit dag, op de zuidpool nooit nacht).
De verschillen in lengte van dag en nacht zijn in Nederland op 52º noorderbreedte wat nadrukkelijker (langer) dan in Tsjechië dat dichter bij de evenaar ligt (48º). De zon komt daar iets hoger dan in Nederland op dezelfde dag. Daardoor zal het er eerder opwarmen dan in Nederland en voelt de lente al warmer dan bij ons. In Spanje (40º) of Marokko (32º) is dat natuurlijk nog veel sterker het geval.
Hoe die verandering gebeurt met zo'n scheef draaiende aarde gedurende zijn jaarlijkse rondje om de zon zie je in de volgende tekening. Links is het zomer op het noordelijk halfrond (noordpool in het licht), rechts is het zomer op het zuidelijk halfrond (noordpool in het donker).
Maar als ik uit je vraagtitel begrijp dat dit om de hoogte van de zon boven de horizon gaat, dan moet je wat wiskunde over hoeken weten. De zon komt ergens in het oosten op, stijgt aan de hemel tot het hoogste punt in het zuiden en daalt dan weer en gaat in het westen onder. Het punt in het zuiden ligt precies in het midden van de punten van opkomst en ondergang.
Maar omdat de aardas een beetje scheef staat tov het baanvlak waarin het om de zon beweegt, kennen we seizoenen: tussen begin van de winter (21 dec) en de zomer (21 juni) komt de zon steeds hoger te staan in het zuiden. De dagen lengen en worden warmer (want de zon is langer boven de horzon en geeft meer warmte).
Daarna daalt hij weer. De dagen worden korter en kouder. Het plaatje hieronder geeft de stand van de aarde aan als het winter is: de noordpool staat van de zon afgericht (het wordt op de noordpool nooit dag, op de zuidpool nooit nacht).
De verschillen in lengte van dag en nacht zijn in Nederland op 52º noorderbreedte wat nadrukkelijker (langer) dan in Tsjechië dat dichter bij de evenaar ligt (48º). De zon komt daar iets hoger dan in Nederland op dezelfde dag. Daardoor zal het er eerder opwarmen dan in Nederland en voelt de lente al warmer dan bij ons. In Spanje (40º) of Marokko (32º) is dat natuurlijk nog veel sterker het geval.
Hoe die verandering gebeurt met zo'n scheef draaiende aarde gedurende zijn jaarlijkse rondje om de zon zie je in de volgende tekening. Links is het zomer op het noordelijk halfrond (noordpool in het licht), rechts is het zomer op het zuidelijk halfrond (noordpool in het donker).
Da's een aardrijkskunde vraag die je zelf kunt oplossen.
Bijvoorbeeld door op Google Earth of Maps te kijken naar Tsjechie en de evenaar.
Of door in Wikipedia of een atlas de noorderbreedte van Tsjechie te vinden en dan de kilometer-lengte tussen twee breedtegraden op te zoeken.
Of door die breedtegraad te gebruiken als deel van een 360 graden cirkel van de omtrek van de aarde. Dat deel van die omtrek is dan ook de afstand tot de evenaar.
Bijvoorbeeld door op Google Earth of Maps te kijken naar Tsjechie en de evenaar.
Of door in Wikipedia of een atlas de noorderbreedte van Tsjechie te vinden en dan de kilometer-lengte tussen twee breedtegraden op te zoeken.
Of door die breedtegraad te gebruiken als deel van een 360 graden cirkel van de omtrek van de aarde. Dat deel van die omtrek is dan ook de afstand tot de evenaar.
