golflengtes: verschil de Broglie en elektromagnetische straling

Emma stelde deze vraag op 08 maart 2024 om 23:53.

Hoi! Voor het opstellen van formules uit een context wil ik voorkomen dat ik een golflengte gebruik die helemaal niet toepasbaar is bij de opgestelde formule. 

De golflengte uit de formule van de Broglie golflengte:  λ = h / (m*v)  is te gebruiken voor het berekenen van de lengte van een energieput via L = (1/2)λ × n. 

  • Is het zo dat de golflengte van een spectraallijn (dus de golflengte die hoort bij de energiesprong tussen 2 niveaus?) ook te gebruiken is in die formule van L? En welke n moet je dan nemen?
  • En is  λ = h / (m*v) gelijk te stellen aan  λ = (h*c) / Ef?
    Dan kom je uit op Ef = c * (m*v) => Ef = c * p



Reacties

Theo de Klerk op 09 maart 2024 om 01:10
De Brogliegolven (het kwadraat ervan) zijn een quantum mechanisch "verzinsel" om de waarschijnlijkheid aan te geven dat een deeltje zich ergens bevindt. We noemen het ook wel een "materiegolf". De totale kans over de gehele ruimte is natuurlijk 1 (het deeltje is ergens). De golflengte is gedefinieerd als λ = h/p maar is dus geen golf in de gebruikelijke zin van het woord. Er golft niets. Er is ook geen frequentie en golfsnelheid. De "hobbels" in de golf stellen (in het kwadraat ψ2) de waarschijnlijkheid voor dat het deeltje van deze golf zich daar bevindt.

De materiegolf laat zich in de theorie van quantum mechanica goed gebruiken op een manier waarop we (echte) staande golven in snaren ervaren. Een de Brogliegolf moet "passen" op de lengte van de ruimte waarbinnen een deeltje met die de Brogliegolf zich bevindt. Het bekende "doosjesmodel" met lengte L en oneindig hoge wanden (=oneindig hoge energie/potentiaal die een deeltje nooit heeft en "dus" kan het niet uit de doos ontsnappen) moet dus aan  L = n . 1/2 λ = n . 1/2 h/p  voldoen om zich in die doos te kunnen bevinden.

Hieruit laat zich afleiden dat alleen deeltjes met bepaalde energieen in zo'n doos passen. Deeltjes kunnen energie opnemen of afgeven alleen ter waarde van de energieverschillen van de toegestane energieniveau's.  Dan is  Ef = hf = |En - Em| . In het doosjesmodel is En evenredig met n2 .

(uit: Lijnse - Kwantum mechanica - een eenvoudige inleiding)

Spectraallijnen ontstaan ook door sprongen tussen toegestane energieniveau's. Een atoomkern en de ruimte eromheen laten zich niet door een simpel doosjesmodel verklaren. Er is nu een aantrekkingskracht tussen kern en elektron aanwezig. Daarvoor is een beter doosjesmodel nodig: een doos waarbij de potentiaal rondom de kern niet van 0 ineens oneindig is (en de "wand" ineens oneindig hoog) maar die een oplopende potentiaal heeft. Een potentiaal die via een 1/r functie snel toeneemt bij korte afstanden en afneemt bij grotere afstand. Dat leidt tot En die evenredig met 1/n2. Elke waarde van n komt dan overeen met een toegestane elektronen"baan" rondom de atoomkern.

(uit: Lijnse - Kwantum mechanica - een eenvoudige inleiding)

Elektromagnetische golven zijn elektrische en magnetische velden die elkaar door inductie creeren en in een rechte lijn (poyntingvector) energie verplaatsen. Als quantum deeltje wordt het ook wel als foton gezien.
Deze golven zijn weergaven van de grootte van het elektrische en magnetische veld op een bepaalde plek. De voortbeweging van energie is rechtlijnig, er golft niets.
Deze elektromagnetische golven ervaren we als (al dan niet zichtbaar) licht.

De energie van een foton is Ef = hf en als zodanig kan deze energie afgegeven of opgenomen worden door een deeltje dat hiermee naar een lagere resp. hogere energiebaan gaat.
Daarmee kun je je eerste vraag beantwoorden met "ja" maar bij gebruik van het atoommodel en niet het doosjesmodel.

Je tweede vraag heeft "nee" als antwoord: je kunt de Brogliegolven (materie-golven) niet gelijkstellen aan elektromagnetische golven. Het zijn andersoortige golven.

  • Bij de Broglie golf (van een deeltje met massa m) wordt de golflengte gegeven door λ = h/p en stelt het kwadraat van de amplitude van de golf (ψ2) een waarschijnlijkheid voor.
  • Bij een elektromagnetische golf (van een foton-deeltje  zonder massa) wordt energie getransporteerd via de elektrische en magnetische velden van de "golf". De golfvergelijking hierbij is λf = c zodat λ = c/f. Hierbij beweegt energie zich in rechte lijn van A naar B. Fysiek golft er ook niets: de golven geven de amplitude van het elektrische en magnetische veld aan.
Doordat lichtstralen geen massa hebben is de (materiegolf de) Broglie golflengte ongedefinieerd (λ = h/mv is deling door nul) maar hun impuls is p = E/c  en niet p = mv (zie ook https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/33993/impuls-en-energie-van-een-foton)
Wel kun je zeggen dat als p = E/c = hf/c, je met de golfvergelijking λf=c  kunt stellen f = c/λ waardoor p = E/c = hf/c = h(c/λ)/c = hc/λc = h/λ waarmee de bekende λ = h/p te voorschijn komt. Maar dit is geen de Broglie golf omdat de uitdrukking voor impuls p = E/c is en niet p=mv.
Jaap op 09 maart 2024 om 21:22
Dag Emma,
Hieronder enkele opgaven uit centrale examens vwo over het model deeltje-in-een-doos.

• Centraal examen 2018, tijdvak 2, 'Kleurstoflaser', vraag 13 en 14
https://nvon.nl/examen/examen-2018-2-vwo-natuurkunde

• Centraal examen 2016, tijdvak 1, 'Trillingen binnen een molecuul', vraag 18 en 19
https://newsroom.nvon.nl/files/default/nav161vb.pdf

• Centraal examen 2021, tijdvak 3, 'Wortel en mango', vraag 22 en 23
https://nvon.nl/examen/examen-2021-3-vwo-natuurkunde

• Centraal examen 2017, tijdvak 1, 'Sirius B als Quantumsysteem', vraag 14 en 15
https://nvon.nl/examen/examen-2017-1-vwo-natuurkunde

• Centraal examen 2009 tijdvak 1 natuurkunde 1,2 (PMN), 'Elektronenwolken', vraag 22-24
https://nvon.nl/examen/examen-2009-1-vwo-natuurkunde-12-pmn
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft vier appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)