Deze frequentie is vernoemd naar Harry Nyquist (met "y", niet "i"). Hij stelde dat een continu, analoog, signaal bemonsterd kan worden. Hoe vaker je bemonstert, hoe meer het digitale signaal overeenkomt met het origineel. Hoe minder, hoe slechter. (zie ook
https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/74628) De industrie probeert daar een optimum in te vinden onder het motto " goed is goed genoeg". Het blijkt, dat het oor geluid met frequenties die de helft zijn van de Nyquist frequentie nog in het digitale geluidssignaal kan herkennen. Daarboven niet.
Voor geluids-CDs is de bemonstering 44,1 kHz. De Nyquist frequentie is de helft, 22 kHz. Muziek met geluidsfrequenties boven 22 kHz wordt dan niet meer "goed" weergegeven.
Gelukkig gaan de meeste geluidsinstrumenten niet boven de 10 kHz en zit het nog ver weg van de Nyquist frequentie en wordt goed gehoord. Neem je echter een MP3 bestand met maar 192 kbps (192000/8 = 21500 Hz = 21,5 kHz als 8 bits nodig zijn om een signaalsterkte (0-255 niveau's) weer te geven dat in 1 seconde wordt gehoord) dan is de Nyquist frequentie maar 10,7 kHz en wordt muziek al snel vervormd weergegeven. (MP3 haalt als "lossy" systeem nog wat andere trucjes uit met geluid en is in dat opzicht anders dan een audio-CD die alles "lossless" weergeeft). Spraak zit in lagere frequentiegebieden en komen nog wel goed over.

Bovenstaand schema uit "Music, physics and Engineering" (Harry Olsen) geeft de frequentiebereiken aan van stemmen en instrumenten op een (m.i. niet helemaal correcte) logaritmische schaal. 10
3 = 1 kHz