Arbeid en energie

Dean stelde deze vraag op 26 januari 2019 om 13:40.

Beste mensen,
ik heb aanstaande woensdag een Pw natuurkunde over arbeid en energie
(het is vandaag zaterdag). Normaal vind ik het niet moeilijk om natuurkunde te leren, maar bij dit hoofdstuk/ onderwerp weet ik echt niet hoe ik moet beginnen en hoe ik moet leren. Ik heb van andere gehoord dat het Pw over dit hoofdstuk lastig is, en ik vind dit hoofdstuk heel erg moeilijk, dus ik stress het wel een beetje. Dus hoe kun je het beste leren voor een natuurkunde toets? 
Iemand tips ?? 
Alvast bedankt !

Reacties

Theo de Klerk op 26 januari 2019 om 14:13
Het helpt als je weet waarover het gaat. Arbeid is de uitwisseling van energie.
Als een energie-overschrijving van de ene energie-bankrekening naar een andere.
Degene die arbeid levert verliest energie. Degene op wie die arbeid wordt geleverd krijgt de energie erbij. Netto blijft energie behouden, maar anders verdeeld.

Bijv. Een systeem levert arbeid  W = F.s op een voorwerp (duwt met kracht F een voorwerp over afstand s). Dat voorwerp krijgt daardoor een verhoogde energie (in de vorm van toegenomen kinetische energie) van 1/2 mveind2 - 1/2 mvbegin2 

Zie ook https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/63382
Jan van de Velde op 26 januari 2019 om 22:32

Dean plaatste:

 Dus hoe kun je het beste leren voor een natuurkunde toets? 

1) ken je definities, symbolen en formules
2) oefenen
3) oefenen
4) oefenen
5) oefenen

groet, Jan
Arno op 27 januari 2019 om 11:17
Wat ook een idee is, is om zelf opgaven te bedenken. Op die manier kun je zien wat je wel en wat je nog niet begrijpt. Wat de opmerking van Jan over formules betreft: ga bij een formule na wanneer deze kan worden gebruikt, en hoe die dan gebruikt wordt. Zorg er voor dat je de symbolen voor de diverse eenheden goed kent, dus Q voor warmte, W voor arbeid (Engels: work), E voor energie en P voor vermogen (Engels: power), enzovoort. Als er na ieder hoofdstuk in je boek een samenvatting staat, neem die dan door om te kijken wat je wel en wat je nog niet begrijpt. Raadpleeg zo nodig ook voorbeelden uit je boek.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zeven appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)