Staat hier
https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/13289
niet een variant op je vraag?
Maar als regel geldt:
- bij optellen/aftrekken van waarden dienen de absolute fouten te worden opgeteld
- bij vermenigvuldigen/delen dienen de relatieve fouten te worden opgeteld.
Bij een meetwaarde voor bijv. een lengte als 50 ± 5 cm is de absolute fout 5 cm. De relatieve fout is de absolute fout gedeeld door de meetwaarde: 5/50 = 0,1 (=10%)
De fout in de omtrek van zo'n vierkante tafel is 4 x (50 ± 5) = 200 ± 20 cm (de relatieve fout blijft gelijk: 20/200 = 0,1)
Het oppervlak van de tafel is (50 ± 5) x (50 ± 5) = 50 x 50 cm
2 met 2 x 10% fout, dus 2500 ± 0,2x2500 = 2500 ± 500 cm
2