Dag Noah,
Voor de richting van de lorentzkracht gebruik je steeds dezelfde richtingregel bij voorbeeld de rechterhandregel.
Dat geldt als de hoek tussen $\vec{B}$ en $\vec{I}$ $90^\circ$ is en ook als de hoek bij voorbeeld $40^\circ$ of $140^\circ$ is.
Voor de grootte van de lorentzkracht is de hoek wel van belang. Zie Binas 35D3.
Als er 'geen hoek' is, dat wil zeggen $0^\circ$ of $180^\circ$, is de lorentzkracht nul en 'is er geen lorentzkracht'.
Groet, Jaap

Hallo Noah, als je vectoralgebra geleerd hebt bereken je dit met een vectorproduct:



De grootte van de Lorentzkracht is dan F = q v B sin θ  waarbij θ de hoek is tussen het veld en de snelheid.

Veel voorkomend misverstand: $\vec{I}$  

Stroomsterkte IS GEEN vector maar een scalaire grootheid. De  Lorentzkracht wordt dan ook niet berekend uit de vectoren $\vec{B}$ en I maar van $\vec{B}$ en $\vec{L}$ waarbij $\vec{L}$ de richting (en lengte) van de stroomdraad heeft. Die draad heeft een richting. De stroomsnelheid ook, maar de stroomsterkte (aantal electronen door de doorsnede van de draad) niet.

Dus is het eigenlijk   (of een geladen deeltje met snelheid $\vec{v}$  )

De grootte van de vector is dan  F = ILB sin φ als hoek φ de hoek tussen L en B is (=qvB sin φ met φ de hoek tussen snelheid v en veld B)

Dag Noah, 

Heb je toevallig een typefout in je vraag staan? 

Alle afbeeldingen die ik ken die uitleggen hoe je een rechterhandregel gebruikt om de (richting van de) lorentzkracht veronderstellen een hoek tussen stroomrichting en magnetische veldrichting. Hieronder bijvoorbeeld 90^o.


Uit je vraag leid ik af dat je die rechterhandregel kunt toepassen. Bedoel je dus eigenlijk hoe je dat doet als er GEEN hoek (0^o) is?   

Groet, Jan

Ik denk dat Noah bedoelt dat berekeningen bij havo/vwo meestal/altijd uitgaan van onderling loodrecht staande vectoren B, F en L (of foutief: I). Als B en L (of foutief: I) niet onder 90 maar 60 graden staan dan geldt alleen de loodrechte component van B of L (of foutief I) voor de berekening van de sterkte. Ofwel de maximale sterkte maal sin φ tussen beide vectoren. Wat een vector-uitwendig product ook zegt.