Als je de afstand hebt berekend (met gemiddelde snelheid = 1/2 topsnelheid) dan heb je alle gegevens al in handen.

a(t) diagram: jij gaat (terecht waarschijnlijk) uit van een eenparige vertraging. Dus een constante vertraging.  a = Δv/Δt  . v(0)= 18 m/s,  v(3) = 0 m/s.  Wat is dus a?

v(t) diagram:  Als de beweging eenparig vertraagd is, van geldt v = at.  Net als y = a x toch niet zo moeilijk te tekenen?

x(t) diagram: eenparig vertraagd betekent  x = 1/2 at² + v₀t + x₀  (maar x₀ = 0 m).  a en v₀ ken je. De parabool tekenen kan niet zo moeilijk zijn toch?

Wel opletten op de juiste tekens (a heeft een negatieve waarde: remt)

Dag Theo,
Je schrijft: 'v(t) diagram:  Als de beweging eenparig vertraagd is, van geldt v = at.'
In Tims opgave geldt niet $v=a\cdot t$ als de beweging eenparig vertraagd is.
Zie Binas tabel 35A1.
Groet, Jaap

Inderdaad v = at + v₀  (met hier v₀ = 18 m/s). Net als x met x₀ (die 0 m is) en v₀ (ook 18 m/s)

(Maar zet dan meteen even het goede antwoord erbij als je het weet - handiger voor de vragensteller)

Uit de opgave zelf is het niet helemaal zeker dat de versnelling een konstante waarde moet hebben de eerste drie seconden, maar dat is de aanname waarmee deze opgave redelijk gemakkelijk opgelost kan worden.  

Maar er is een andere gemakkelijke manier: als de snelheid nu eerst konstant is, en pas daarna eenparig vertraagd. Dan zijn er oplossingen waar de snelheid halverwege nog steeds 18 m/s is. Je moet daarbij dan nog wel de bijbehorende grafieken maken (de remweg wordt langer dan 27 meter) maar dat is best te doen.

Bij dit soort begin-opgaven over versnelde beweging moet je het niet moeilijker maken dan voor een 3e/4e klasser nodig is. Je kunt ook blijven doorrijden en in 0,2 s een noodstop maken. Geeft ook heel andere waarden... Maar zoals ik al eerder zei: er wordt een impliciete aanname gemaakt over eenparige versnelling/vertraging. Anders is v_gem = 1/2 v_max zelden waar.