Dag Eva,
Als het gaat over het kookpunt van water, zou je als volgt werken.
Breng in een bekerglas water aan de kook. Laat het flink borrelend doorkoken met een thermometer erin. Lees na een paar minuten de temperatuur af, met het gevoelige deel van de thermometer nog steeds in het borrelende water. Die temperatuur heet het kookpunt.
Het kookpunt is bij elke stof anders. Het is een stofeigenschap.
Bij een 'zuivere stof' waarin slechts een enkele soort moleculen zitten, is er een duidelijke temperatuur waarbij de vloeistof kookt. Dat is het kookpunt.
Bij water kun je het best gedestilleerd water nemen. Want opgeloste zouten, zoals bij kraanwater, kunnen zorgen voor een ander kookpunt.
Het kookpunt hangt af van de druk van de lucht erboven. Bij 'gewone' luchtdruk in het lokaal is het kookpunt van water 99,974 °C. Vrijwel 100 °C.
(Op een hoge berg is de luchtdruk lager en kookt het water bij een lagere temperatuur.)
Bij een mengsel, een stof die uit meer soorten moleculen bestaat zoals kaarsvet, is er niet een kookpunt, maar een kooktraject.
Als de stof door de hitte gaat ontleden, vind je geen kookpunt.
Groet, Jaap