wrijvingskracht achtbaan

renske stelde deze vraag op 05 november 2025 om 21:52.

voor een opdracht moeten we de wrijvingskracht berekenen die op het karretje van een achtbaan heeft gewerkt; een eenvoudige afdaling van punt A in stilstand tot B (einde van de helling). klopt deze uitwerking?  

Om het totaal aan wrijvingskrachten te berekenen die op het treintje gewerkt hebben wordt er uitgegaan van de wet van behoud van energie:

De energie in het punt A is gelijk aan de energie in punt B1. De energiebalans is als volgt:

Ez = Ek + Q

m g h = (1/2 m v^2) + (Fw x s) 

Invullen met m = 3,608 ∙ 10-2  kg, ha = 0,72 m, vb = 2,3 ms-1 en s = 0,91 m geeft:

(3,608 ∙ 10-2   9,81  0,72 =     (3,608 ∙ 10-2) 2,32) + Fw   0,91 

0,254 ... = 0,095 … + Fw   0,91

Fw = 0,175… N ≈ 0,18 N

Het totaal aan wrijvingskrachten die gewerkt hebben op het karretje is 0,18 N

Reacties

Jaap op 05 november 2025 om 22:17

Dag Renske,
Je uitwerking en uitkomst zijn in wezen goed.

Je notatie in de regel die begint met (3,608 snap ik niet of het is ongebruikelijk.
Het lijkt erop dat je een openhaak ( links van het isgelijkteken hebt en een sluithaak ) rechts van het isgelijkteken. Dat is riskant of fout, ook al bedoel je het goed.
(3,608 ∙ 10-2   9,81  0,72 =     (3,608 ∙ 10-2) 2,32) + Fw   0,91
De factor 1/2 van de kinetische energie zie ik in die regel niet.
In plaats van 2,32 kun je hier typen 2,3^2 of de knop boven het reactievenster gebruiken.
De $F_\text{w}=0,18\,\text{N}$ is de gemiddelde tegenwerkende kracht, die kan bestaan uit een rolwrijvingskracht en een luchtweerstandskracht. De laatstgenoemde is afhankelijk van de snelheid en verandert tijdens de afdaling, daarom 'gemiddeld'.

In plaats van de wet van behoud van energie te gebruiken, kun je ook de 'wet van arbeid en energie' (Binas tabel 35A4) gebruiken. Daar staat de gevraagde $F_\text{w}$ al in en zo vermijd je de niet gevraagde warmte $Q$.
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zeven appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)