Ik heb een vraag over opgave 2 vraag 6. In de correctie voorschrift wordt aangegeven dat de afstanden tussen de resonantie 1/2 golflengte is, maar hoezo is dit zo? Want ikzie een vaste en een dichte uiteinde dus je zou denken dat het toch overeenkomt met 1/4 golflengte?
Dag S, Bij de overgang van het ene naar het volgende resonantieniveau komt er in de buis een knoop en een buik bij. Er komt twee maal een kwart golflengte bij. Groet, Jaap