> Zonlicht heeft een eindige en constante snelheid E = M.c².
Snelheid c. De formule E = mc2 koppelt energie-inhoud aan een rustmassa van m kg. Die E is hier zinloos want lichtdeeltjes (fotonen) hebben geen rustmassa. Daarvoor geldt E = hf (h= constante van Planck en f = frequentie).
Voor alle golven geldt v = λf en voor licht dan c = λf
Alle lichtdeeltjes hebben dezelfde snelheid c, maar als de golflengte λ afneemt, dan neemt de frequentie met een zelfde factor toe. Kleur is gekoppeld aan frequentie (en dus golflengte).
Daarbij is inderdaad, zoals voor alle frequenties, f = 1/T zodat je c = λf ook kunt schrijven als cT = λ . En dat klopt. Bij een hoge frequentie is de golflengte kort. Hoge frequentie betekent met f = 1/T dat T zeer klein is. En daarmee cT ook - de golflengte van een hoge frequentie is kort.
Wellicht denk je dat T (en niet c) voor alle lichtdeeltjes hetzelfde is, maar dat is niet zo. T is de tijd voor 1 complete trilling. En naarmate de golflengte (van 1 trilling) korter wordt, wordt T dat dan ook.