Dag Steve,
Je vraagt 'Is het omdat je bij het maken van een klein bolletje bij een koprol de reactiekracht van de grond makkelijker en efficiënter kan omzetten in draaisnelheid?'
Ja, dat lijkt me wel.
Als men zich oprolt tot een kleine, quasi massieve bol, is het traagheidsmoment van het lichaam voor rotatie om een horizontale centrale as kleiner dan als men een minder compacte, holle vorm aanneemt. Bovendien is de omtrek van de compacte vorm kleiner, en daarmee ook de horizontale afstand over de grond als men eenmaal om de as roteert.
De koprollende persoon oefent een spierkracht uit op de grond en volgens de derde wet van Newton oefent de grond een even grote, tegengesteld gerichte normaalkracht uit op de persoon. Vanwege het geringere traagheidsmoment kan de compacte gedaante een grotere hoekversnelling en bij gevolg een kortere rotatieperiode krijgen dan de minder compacte gedaante. (Omdat de uitwendige normaalkracht een draaistoot uitoefent, is er geen behoud van impulsmoment van het lichaam.)
Zodoende voltooit de compacte gedaante een volledige rotatie in minder tijd en binnen een geringere horizontale afstand over de grond dan de minder compacte. Dat zou een motief kunnen zijn om een kleine bol na te doen.
'Leg uit aan de hand van de 3de wet van Newton' vind ik nogal vergezocht voor deze redenering. Misschien zijn er eenvoudiger manieren om het vraagstuk op te lossen?
Groet, Jaap