Dag Roel,
De situatie is me niet geheel duidelijk.
Mogelijk is de figuur een zijaanzicht van een rechthoekig blok, dat hangt aan een horizontale hijsbalk waaraan twee schuine touwen zijn bevestigd. De touwen komen bovenaan samen, alwaar een verticale kracht F1 wordt uitgeoefend. De hoek tussen het rechter touw en de verticaal is in het echt 20 graden (niet in de figuur). De massa van het blok en de hijsbalk te zamen is 350 kg. Verwaarloos de massa van de touwen. Bedoeld is vermoedelijk dat de zaak in evenwicht is: het geheel ondergaat geen versnelling.
a. Is het bovenstaande juist?
b. Is de situatie links-rechts-symmetrisch? Volgens de figuur werkt F1 niet bij het midden van de breedte, maar links van het midden. Volgens de figuur is de hoek tussen het linker touw met de verticaal niet gelijk aan de hoek tussen het rechter touw met de verticaal. Wat is bedoeld?
c. Is F2 de verticale component van de spankracht van het linker touw op de hijsbalk? Net zo F3?
d. In het eenvoudige geval dat a=ja en b=ja en c=ja: waarom zouden F2 en F3 niet elk de helft zijn van F1?
Groet, Jaap