Dag Milou,
Is je probleem het principe dat hier geldt, of krijg je het rekenkundig niet opgelost vanwege de onronde getallen?
Als je probleem niet bij het principe zit maar in de rekenkunde, dan kun je deze wèl oplossen:
Een duiker bevindt zich aan het wateroppervlak en ademt diep in. De luchtdruk op zeeniveau is 1 bar. De inhoud van zijn longen is dan 4,5 L.
Vervolgens duikt hij tot een diepte van 20 m, waar de druk in de longen 3 bar is. (drie keer zo groot dus).
Bereken de inhoud van de longen van de duiker op 20 m diepte.
Vertel eens wat je probleem is
Groet, Jan