Water wordt bij eieren koken, net als bij de meeste groente, vooral gebruikt als medium waarmee energie (warmte) aan de eieren wordt afgestaan.  Een dun laagje water om de eieren heen dat op hoge temperatuur wordt gehouden (gas, stroom) is genoeg om de eieren te koken. De warmte-stroom is wel afhankelijk van het oppervlak: eieren die alleen met de onderkant in het water staan hebben vooral een energiestroom door die onderkant. De bovenkant blijft langer koud en daar "kookt" het ei niet. Dieper in het water zakken geeft een betere warmtestroom. Eieren drijven meestal maar een klein stukje boven het water: dat is conform Archimedes' wet maar geen reden voor de eierkoker: steelpannetjes met eieren werken ook zo.

Om eieren te koken streef je naar:

• maximaal warmtecontactoppervlak (omhult met een heet medium als water of stoom)
• minimaal warmteverlies aan "nutteloos" medium dat niet met de eieren in contact staat maar wel opgewarmd moet worden (een steelpan is beter dan een grote braadpan, een eierkoker beter dan een steelpan. De eierkoker kan het ei aan alle kanten verwarmen, ook het kleine beetje dat in een pan net boven water staat maar door geleiding binnen het ei is het verschil hierdoor m.i. niet zo groot)

Beste Theo, dank voor je snelle reactie. Echter, in deze opstelling is het verhittigsmedium niet het water (het ei zweeft erboven) maar uitsluitend de stoom, die aan alle kant de eieren gelijkmatig verwarmt.  Maar om 1 ei hard te koken, is veel meer water nodig dan 7 eieren nety zo hard gekookt te krijgen. Zie schaalverdeling op het bijgeleverde maatkannetje. En zo geldt dat idem voor medium en zacht. de benodigde hoeveelheid water wordt navenant kleiner, maar dat is logisch omdat medium en zacht minder lange (=minder water) verhitting vergen. Maar meer water bij minder eieren snap ik nog steeds niet.

Ik nodig jou en anderen uit voor een 2e poging om het me uit te leggen.

Dag Kees,

De uitleg die ik kreeg en die ik in ieder geval zeer plausibel vind klinken is dat een eierkoker met meer eieren veel efficiënter werkt. Stoom onderweg naar dat gaatje in het deksel heeft een veel groter oppervlak om op te condenseren (daarbij worden grote hoevelheden warmte overgedragen aan het ei) en zo dus een veel grotere kans gerecycled te worden en nóg een keer warmte over te gaan dragen. 

Proefje voor thuis: 

Met water voor 6 eieren, kook één ei (dus tegen de instructies in) en herhaal met diezelfde hoeveelheid water de proef met 6 eieren. Klokje erbij om de tijd te meten. Beoordeel de hardheid van de eieren. 

Groet, Jan

Jan zit op de goede weg. Nog wat nagekeken en:

Eierkooktijd wordt bepaald door de hoeveelheid water: de eierkoker blijft werken totdat al het water is verdampt. Meer water betekent een langere kooktijd, omdat het langer duurt voordat al het water verdampt is en de koker stopt.

Voor het ei is de kooktijd (5 min - 8 min) essentieel. Wanneer je slechts één ei kookt, is er minder massa om te verwarmen. Daar is op zich minder water/stoom voor nodig. De koker slaat af als alle water in stoom is omgezet. Maar bij dat beetje water is dan de gewenste eierkooktijd nog niet bereikt. Daarom laat je de koker "nutteloos meer water koken" om zo dat ene ei toch 5-8 minuten te laten koken zonder dat de koker afslaat.