Ladder
Lyanne stelde deze vraag op 24 augustus 2024 om 10:57.Kan iemand mij vraag 1 uitleggen?

Reacties
dag Lyanne,
vraag 1: die 800 N veroorzaakt een moment linksom omheen draaipunt A. De reactiekrqacht in B geeft een tegengesteld moment rechtsom.
Dus vertaal die 800 N naar een moment. Pas op, niet alleen de arm is hier van belang, ook de richting van die 800 N
Hoever kom je zo?
Groet, Jan
Beste Lyanne,
Ik interpreteer de roloplegging aan de bovenkant van de ladder als iets wat vrij kan rollen. Dat betekent dat er effectief geen weerstand de ladder op punt B kan tegenwerken. In punt B kan dus alleen een normaalkracht werken (naar rechts).
De ladder is in evenwicht, dus alle krachten en momenten moeten gelijk zijn aan nul. De zwaartekracht werkt recht naar beneden, dus de kracht in B kan alleen het moment van de zwaartekracht oplossen, niet de verticale kracht. Probeer eens te bedenken hoe groot de kracht in B dan moet zijn om dat voor elkaar te krijgen.
Fb x 5m = 800kn x 3m
Fb = 480kn
800kn - 480kn = 320kn?
Beste Lyanne,
Je idee ziet er goed uit, maar de arm van de 800 N kracht klopt niet. Let er op dat bij een moment de arm gelijk is aan de kortste afstand van de werklijn van de kracht tot het draaipunt, niet de afstand van het aangrijpingspunt van de kracht tot het draaipunt.
Haii, bedankt voor de reactie,
Toch lukt het me niet om op een antwoord te komen. Ik kwam zelf uit op ongeveer 340kn. Maar dit staat er niet tussen
Lyanne
Fb x 5m
we moeten eerst even afspreken hoe jij de "armen" wil meten in dit plaatje.
Ikzelf werk liefst met (componenten van) krachten loodrecht op mijn werkelijke hefboom, zie de streepjeslijnen voor wat dan de armen zijn:
Maar je kunt er ook voor kiezen om de "arm" niet over de fysieke hefboom te meten, maar als afstand van draaipunt tot werklijn, loodrecht op de werklijn van de werkelijke krachten gemeten. 
Wat heb jij geleerd?
Groet, Jan
Een "valkuil" waar ik aanvankelijk intuinde is dat de lengte van de ladder de schuine zijde is van de rechthoekige driehoek met rechte zijden van 5 en 2 meter. Het zwaartepunt verwacht je in het midden, maar de figuur zegt dat het erboven zit (op 3 m van de onderkant). Dat maakt de arm van de zwaartekracht niet 1 m maar iets meer.
Hai Jan,
Het probleem is dat ik hier niet voor heb geleerd. Vandaar dat ik dit een vraagstuk is dat ik niet begrijp.
Maar dan heeft verdere uitleg ook weinig zin: pas als je snapt wat een hefboom (en de hefboomwet) voorstelt en hoe je dat op problemen als de ladder kunt toepassen, heeft uitleg bij eventuele problemen zin. Dat je het vraagstuk niet begrijpt hangt hiermee samen. Dus... lees nog eens door wat met een hefboom bedoeld wordt. Ik neem tenminste aan dat als men dit soort problemen geeft ook de stof erover is/wordt behandeld. En bij problemen daarbij: geef dat maar aan, dan kunnen we verder kijken.