Dag Jan,

Wat is je probleem hiermee?

Als jij met je kleine broertje naar de speeltuin gaat wed ik dat je dit vanzelf helemaal goed doet.

  Het draaieffect van een kracht (wat we gewoonlijk "moment" noemen) hangt af van de
- kracht (duhh)
en  van de 
- "arm" :  de afstand van het draaipunt tot de werklijn van de kracht.

Probeer nu eens uit te leggen waarom de wip in het bovenste geval niet in evenwicht is, en in het onderste geval wèl? Checken wij je uitleg wel.

Groet, (andere) Jan 

Ik snap voornamelijk niet hoe je de krachten tekent de andere 2 vragen ben ik inmiddels wel uitgekomen

Op de wip werken:

• zwaartekracht van aarde op de wip
• gewicht van de voorwerpen op de wip (telt dit als 1 of als 2 krachten?)
• normaalkracht van de spil waarop de wip rust en kan wippen

Theo de klerk hoe teken ik deze krachten?

Zoals de aarde trekt en de spil duwt: vertikaal.

theo de klerk er staat in de opdracht welke drie krachten dus waarom heeft u er 4 getekend?

Dag Jan,

Theo doet inderdaad een beetje meer dan gevraagd. Welke van de 4 krachten die Theo tekende zou jij achterwege laten, en waarom? 

Groet, Jan van de Velde

Zoals ik al zei: "gewicht van de voorwerpen op de wip (telt dit als 1 of als 2 krachten?)"

Maar waarschijnlijk werd de normaalkracht helemaal (ten onrechte) buiten beschouwing gelaten voor de beantwoording van de vraag. De vraag is niet "waarom teken je er vier als er drie gevraagd worden" maar " waarom vragen ze er om 3 als er 4 zijn?"

Dag Jan,

de vraag is toch fout, als we de vraag zo letterlijk willen lezen. 

laten we de plank maar de wip noemen, dan zijn er al minstens 4 krachten, nl twee van de gewichten op die plank, en twee van steunpunten op die plank.

(zie bijlage, ik kan momenteel geen afbeeldingen invoegen) 

groet, Jan van de Velde