meetonzekerheden

Roger stelde deze vraag op 31 maart 2024 om 11:43.

 als ik 10x een meting doe en per meting is de meetonzekerheid +/- 0,2 seconde. wat is dan de meetonzekerheid van het gemiddelde. is dit dan 0,2/10 = 0,02 seconde? of blijft dit gewoon 0,2 seconde?

Reacties

Theo de Klerk op 31 maart 2024 om 18:59
Nee, onnauwkeurigheid blijft gelijk.
10 x de lengte van een tafel meten geeft een beter gemiddelde.
Maar elke meting heeft eenzelfde foutmarge. Het gemiddelde dus ook.
Roger op 31 maart 2024 om 19:07
Maar de meting die ik heb is een tijdsmeting. En vaker meten en een gemiddelde pakken zou er toch juist voor moeten zorgen dat het nauwkeuriger is?
Peter op 31 maart 2024 om 19:45
Vaker meter hoeft er niet altijd toe bij te dragen dat de meting nauwkeuriger wordt, 1 foute meting kan juist de goede metingen negatief beïnvloeden. Het gemiddelde lijkt mij 10 x 0,2 = 2 seconden. 2/10 = 0,2 seconden.
Ofte wel 10x0,2/10 =0,2 s
Dus antwoord was goed maar de gemiddelde berekening was niet geheel juist.
Theo de Klerk op 31 maart 2024 om 19:53
lengte meten of tijd meten maakt geen verschil. Als een stopwatch tot 0,2 s nauwkeurig is, dan zijn alle metingen tot op 0,2 s nauwkeurig (ofwel hebben een onnauwkeurigheid van 0,2s). Vele metingen middelen geven een betere benadering voor de echte tijd maar de onnauwkeurigheid verandert niet.

Voor gemiddelde meting neem ik inderdaad aan dat de metingen "goed" verricht worden - een uitschieter door (duidelijke) meetfouten worden niet meegenomen in de middeling.
Als het niet als slechte meting herkend wordt dan is de spreiding in de meetresultaten een indicatie voor de nauwkeurigheid van de metingen (de "gemeten" waarden, niet de onnauwkeurigheid daarin). Bij een grote spreiding (uiterste afwijking tot het gemiddelde) kun je de meetnauwkeurigheid beter vergeten. Als meetwaarden al meer dan de meetnauwkeurigheid verschillen dan heeft die nauwkeurigheid geen betekenis.
Vergelijk:
  • metingen 3,0 2,9 3,1, 3,0  met onnauwkeurigheid 0,3  Gemiddeld 3,0 met spreiding 0,1. Onnauwkeurigheid 0,3 dus meting 3,0±0,3
  • metingen 3,0, 6,9, 3,1, 3,0 met onnauwkeurigheid 0,3. Gemiddeld 4,0 met spreiding 2,9. Hier heeft de onnauwkeurigheid geen zinvolle betekenis want de metingen zijn niet 4,0±0,3 want 3,0 en 6,9 vallen hier ruim buiten.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft twee appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)