Schaduw

Arjen stelde deze vraag op 22 maart 2024 om 16:14.

 Het valt me op dat een schaduw nooit kleiner is dan de grootte van het object zelf maar vaak wel groter .. hoe kan het dat de schaduw van een object altijd minimaal even groot ( of groter ) is dan het object ? Dank , Arjen 

Reacties

Jan van de Velde op 22 maart 2024 om 16:38
dag Arjen,

Dat is NIET zo in het geval van een lichtbron met convergerende bundel. Maar convergerende bundels zijn er eigenlijk nauwelijks in de natuur. 

Dus schijn met een evenwijdige bundel op een bolle lens, dan kun je voorbij die lens een schaduw maken die kleiner is dan het voorwerp dat je daarvoor gebruikt. 


Groet, Jan
Arjen op 24 maart 2024 om 06:33
Ah mooi, dat wist ik niet . Dank Jan ! 
Jan van de Velde op 24 maart 2024 om 09:00
Begrijp je nu toch ook waarom een schaduw meestal groter is dan het voorwerp? 
Arjen op 26 maart 2024 om 07:13
Ehm , ws omdat lichtstralen divergeren ?  
Theo de Klerk op 26 maart 2024 om 07:23
Lichtstralen op zich hebben geen "divergentie" (of "convergentie") eigenschap - dat hangt van de lichtbron af.

De meeste lichtbronnen zijn puntvormig en stralen naar alle kanten en daarbij divergeren ze sterk. Dat doet de zon ook als je dichterbij deze ster komt. Op een afstand als van de aarde zijn de divergerende lichtstralen bijna evenwijdig. Dan is bij schuine bestraling je schaduw langer dan jezelf. Maar als de zon recht van boven straalt dan is je schaduw precies even groot als jezelf.

Marijn op 26 maart 2024 om 10:42
Maar als de zonnestralen bijna parallel aankomen als ze dat grote stuk tot de aarde hebben overbrugt , hoe kan het dan dat de maan zo'n kleine schaduw achterlaat tijdens een zonsverduistering? Die schaduw was slechts een fractie van de omvang van de maan zelf .  De zonnestralen komen parallel aan en niet convergerend . En daarbij is de maan geen lens .. 
Jan van de Velde op 26 maart 2024 om 11:34

Marijn

 De zonnestralen komen parallel aan en niet convergerend . 

 voor een deel toch wel, omdat de zon geen puntbron is, maar een ster vééél groter dan de maan. Je zei zelf al "bijna parallel". De stralen afkomstig van de "rand" van de zon vormen een soort van convergerende bundel langs de maan: 

pas op, tekening niet op schaal. in werkelijkheid is de zon ruwweg 400 keer zo groot als de maan, en staat ze -heel erg toevallig- ook ruwweg 400 keer zover weg.

De KERNschaduw (umbra, de plaats waar GEEN zonlicht op aarde valt) is dus maar klein. 
De halfschaduw, (penumbra), waar niet alle zonlicht nog komt maar waar altijd nog wel een deel van het zon langs de maan heen de aarde bereikt, is door datzefde effect véél groter:


De hoek waaronder dat licht convergerend invalt is niet groot, een halve graad ongeveer, dus onder een parasol zie je niet veel halfschaduw. Maar op een afstand van 400 000 km (ongeveer de afstand aarde-maan) heeft dat wel een beduidend effect. 

Onder kunstlicht heb je ook veel halfschaduw-effecten:


Hoe verder van de kernschaduw, hoe flauwer de halfschaduw wordt.

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zes appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)