De eigenschappen van een blokje van bepaald materiaal zijn voor elk materiaal meestal uniek:
- uitzetting a.g.v. verwarming
- gewicht van een bepaald volume 
- elektrische weerstand/geleidbaarheid
- warmte-geleiding

Voor volume metingen kun je het blokje onderdompelen en zien hoeveel het water daardoor stijgt. Er wordt net zoveel water opzij (en omhoog) geduwd dat het volume toeneemt met het volume van het blokje (aangenomen dat water niet in het blokje dringt zoals bij een spons).

Voor verwarming kun je bepalen hoeveel energie in een bakje water wordt gestoken (opwarmen via iets als een verwarmingsspiraal of door een gasvlam eronder), hoeveel het water opwarmt en (in evenwichtssituatie) hoeveel het blokje dan is opgewarmd. Wel moet je rekening houden met het rendement van spiraal of vlam: veel energie zal niet in het water terechtkomen en die hoeveelheid mag niet worden meegeteld in je bepalingen.

Denk dan ook even andersom: 

- dan zoek je in BINAS de tabellen met stofeigenschappen van vaste stoffen (dus ook die van metalen en legeringen) 
- dan kijk je welke stofeigenschappen daar van al die stoffen gegeven zijn
- dan bedenk je aan de hand van dat setje gereedschappen dat je hebt of en zo ja hoe je van jouw voorwerp je die stofeigenschappen zou kunnen meten . 

hoe meer eigenschappen je kunt meten en hoe nauwkeuriger , hoe zekerder je van je keus bent.

groet, Jan