Belangrijk is vooral te kijken naar longitudinale golven bij een aardbeving: grond die niet naar boven en beneden trilt maar van links naar rechts. Daar komen vertikale voorwerpen door in een zwiepende trilling. Als de lengte/hoogte van dergelijke voorwerpen (gebouwen) past bij een eigentrilling bij die frequentie van aardschokken, dan versterkt het gezwiep zich en is de kans groter op breken/ineenstorten. 

Verder staan gebouwen ook vaak op dempende palen met rubberkop voor vertikale trillingen. En ongetwijfeld zijn de "deskundigen" nog op veel andere verbeteringen gekomen.

Zie bijv. https://www.stedebouwarchitectuur.nl/artikel/7-interessante-ideeen-om-aardbevingsbestendig-te-bouwen

Wat kunnen we doen om onze eigenfrequentie zo laag mogelijk te houden.

Welke factoren bepalen een eigenfrequentie?  Hoe kun je die beinvloeden?

Dat was mijn vraag aan jouw.

En dan is mijn antwoord: kijk eens in je boek want in elk boek over eigen trillingen staat die formule (en anders op tig plaatsen op internet zoals https://nl.wikipedia.org/wiki/Eigentrilling)

 dag Zino,

dezelfde vraag op een andere manier: 

wat geeft een hogere toon, een basgitaar of een ukelele?
wat geeft een hogere toon, een korte of een lange orgelpijp?
wat geeft een hogere toon, een tamboerijn of een pauken? 

Wat is steeds een kenmerkend verschil dat zorgt voor die hogere toon en dus die hogere eigenfrequentie? 

Dezelfde principes gelden voor gebouwen.

groet, Jan