Stroomsterkte in stroomkringen

Stan stelde deze vraag op 10 januari 2024 om 19:28.

 Beste,

In onderstaande oefening is het de bedoeling dat ik de stromen bereken door de weerstanden, de stroom door R2 heb ik reeds gevonden, deze was gelijk aan 1,05. Wanneer ik nu de stroom door R3 en R4 wil bepalen kom ik het foute getal uit. Zien jullie wat ik fout doe?

Reacties

Jaap op 10 januari 2024 om 20:10
Dag Stan,
Onderaan, bij de berekening van I3, vul je voor U3,4 de waarde van U1=10,5 V in.
Is dat zeker?
Suggestie…
Bereken R5,6
Bereken I5=I6; ga ervan uit dat U5,6=U1
Bereken I3=I4
Groet, Jaap
Stan op 10 januari 2024 om 20:28
Dag Jaap,
ik nam aan dat R3,4 parallel staat met R1,2, wat dus zou betekenen dat hun spanning dezelfde is, of ben ik daar fout in? Of is dit niet correct doordat er een bronspanning tussenzit?

Bedankt
Jaap op 10 januari 2024 om 20:56
Dag Stan,
Volg je met de vinger het pad van de stroom vanuit de pluspool, dan blijkt alle stroom eerst door R3 en R4 te moeten gaan. Daarna, dus in serie met R3 en R4, splitst de stroom zich.
Een deel van deze hoofdstroom gaat door R1.
Een tweede deel van de hoofdstroom gaat door R2.
De rest van de hoofdstroom gaat door de serieschakeling van R5 en R6.
Herenigd gaan deze drie delen terug naar de minpool.
U3+4 is niet gelijk aan U1 of U2.
Groet, Jaap
Stan op 10 januari 2024 om 21:01
Dag Jaap,

Ik snap het, ik ben het juiste antwoord uitgekomen, bedankt.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft dertien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)