kegelslinger met elastiek
Lynn stelde deze vraag op 09 december 2023 om 15:43. hoi,
ik heb nog een vraag over een kegelslinger. Hij gaat zo:
Kegelslinger met elastiek
Alicia bevestigt het eind van een elastiek met onbelaste lengte L aan een vast punt A. Aan het andere eind P maakt zij een puntmassa m vast. Zij laat de massa als een kegelslinger in een cirkel rond M gaan met een omlooptijd T en een cirkel straal r. De constante hoek tussen AP en AM is alfa. Zie tekening.
Bij zulke beweging heeft het elastiek een uitrekking u volgens de Wet van Hooke. Voor elke onbelaste lengte L van dit ideale elastisch materiaal geldt C*L=k=constant. Grotere L is kleinere veerconstante C.
Leid een formule af voor de omloopstijd T, uitgedrukt in m, g, k, L en alfa.
Dat is de opdracht. Het is theorie, we moeten luchtwrijving en massa van het elastiek en overbelasting negeren etc
Ik heb alle formules van Fz Fv=Cu Fmpz=m*r*(2pi/T)^2 en allemaal formules met sin cos tan met kracht en lengtes opgeschreven en heel erg veel combi's. Snap dat je alle F en u en r weg moet doen maar hoe fix je dat ? heb alles van kegelslingers op jullie site gelezen maar daar kom ik niet echt verder mee.
het is krisis hier help me alsjeblieft
groetjes van Lynn
Reacties
Ik snap deze opmerking niet goed. Hoe lang is dat koord aanvankelijk? Wat is "elke onbelaste lengte"? Was L aanvankelijk korter dan AP (hoeveel?) zodat er nu een veerkracht is of is L "onbelast" AP lang en is er geen veerkracht (dan had het ook een koord kunnen zijn).
Dus hoe lang is L onbelast? Met L = k/C (waarbij noch k, noch C bekenden zijn maar als k als constante en L ∝ 1/C kan worden gezien) schieten we niet veel op.
De wet van Hooke is gewoon Fv=C*u of met min voor de richting
De onbelaste lengte L is hoelang het elastiek is als er niks aan trekt. L is wat je meet als het elastiek op de grond naast een lineaal ligt.
C*L=k=constant geld voor dit type elastisch materiaal
Voorbeeldje: stel k=80N (#nietecht) en je neemt 2 stukken van dit materiaal.
Een stuk dat onbelast 2m lang is heeft veerconstante C=80/2=40N/m
Een ander stuk dat zonder trekken 4m lang is heeft C=80/4=20N/m
Dus maakt niet uit hoelang stuk je neemt, bij elk stuk is CL=80
Getal is voorbeeld, klopt niet echt.
Hoelang is dat koord aanvankelijk vraag je. Het heeft aanvankelijk lengte L voordat je er iets aan vast maakt, zonder trekken, voordat m eraan draait. L is onbelaste lengte. Dat is korter dan AP tijdens draaien.
In draaibeweging is het elastiek natuurlijk uitgerekt dus er is veerkracht en de afstand AP is langer dan de onbelaste lengte L van dit stuk elastiek. AP is de onbelaste lengte L en u samen. Snap je het zo ?
groetjes Lynn
Onbelast heeft het lengte L. Maar daarna hangen we er iets aan en rekt het uit en laten we het ronddraaien. De veerkracht is F = Cu = k/L•u gelijk aan de spanning in het uitgerekte koord.
Dan verandert mijn vraag in "en hoe groot is u dan?" want die mag in de uiteindelijke formules blijkbaar niet gebruikt worden.
Je weet wel afstand AP = u+L als m rond draait.
Dit is echt wel anders dan de kegel slingers die al op deze site staan.
hoe nu verder ?
Voor de kegelslinger met een rigide (niet-rekbaar) koord ken je de uitdrukking
Je moet nu nog $m$ en $k$ in rekening brengen.
À propos, kun je uitleggen dat $m$ wel invloed heeft op de omlooptijd bij de elastische kegelslinger en niet bij de rigide kegelslinger?
In je voorbeeld heb je laten zien dat $k$ een kracht ('$k$=80 N') voorstelt. Dat helpt bij de beeldvorming.
Aan de hand van de eenheden kun je controleren of de door jou afgeleide formule goed zou kunnen zijn.
Is de eenheid van het rechter lid van je formule gelijk aan die van het linker lid $T$?
En worden in je formule alleen dingen met dezelfde eenheid bij elkaar opgeteld of van elkaar afgetrokken?
Groet, Jaap
Voor T maakt het uit hoelang AP is dus hoeveel het elastiek uitrekt. Grotere m geeft meer uitrekking. daarom moet m in de elastische T formule. Bij normale kegelslinger rekt het touw zogenaamd niet uit (#nep) dus dan maakt m niet uit en zit die niet in de rigide T formule.
Formule van elastische T controleren met eenheden is leuk bedacht maar dan moet ik wel eerst een formule hebben. mega veel geprobeerd nix gelukt
Kunnen jullie een werkpad geven met de volgorde van wat ik moet doen ?
groetjes van Lynn
Langs verschillende werkpaden kun je de gevraagde formule voor $T$ afleiden.
Het lukt met vwo-kennis en enig geduld.
Als het goed is, heb je de zwaartekracht $F$z, de veerkracht $F$v en de middelpuntzoekende kracht $F$mpz op de puntmassa $m$ in de figuur getekend als pijlen vanuit P. En heb je hoek $\alpha$ in het krachtenparallellogram gezet.
Hieronder een afleiding in stappen.
a. Toon met je krachtentekening aan dat geldt
b. Druk $\tan\,\alpha$ uit in $F$mpz en $F$z.
Vervang hierin $F$mpz door wat je al schreef,
Combineer de vergelijkingen en toon aan dat
c. Uit de figuur volgt dat AP=$L+u$.
Druk $\sin\,\alpha$ uit in $r$ en $L+u$.
Combineer de vergelijkingen en toon aan dat geldt
d. Voor de veerkracht op $m$ geldt $F$v=$C\cdot u$.
Dit stuk elastiek heeft een veerconstante $C=k/L$.
Combineer de vergelijkingen en toon aan dat geldt
e. Combineer (3) en (4) en toon aan dat
f. Substitueer de vergelijkingen (1) en (2) in vergelijking (5).
Gebruik de wiskunderelatie
en laat na vereenvoudiging zien dat
g. Laat zien dat uit (6) volgt
Je kent de formule voor de kegelslinger met een niet-rekbaar touw
Zoals je ziet, lijken de formules op elkaar.
Zoals verwacht, zijn $m\cdot g$ en $k$ binnengesmokkeld.
Groet, Jaap
met het werkpad heb ik je formule af geleid, top.
Er is wel iets geks. Als je de proef nog een keer doet en je geeft de kegelslinger aan het begin een hardere zet, draait hij sneller rond en is T kleiner en is alfa groter naar de richting van 90gr toe, OK logisch. Maar cos alfa word met deze slinger niet kleiner dan 0 en dan blijft "mg/k + 0" over in de wortel. Dan heb je de kleinste T die met jouw formule kan.
Maar je kan toch gewoon de slinger nog vlugger laten spinnen met nog kleinere T?
Hoezo kan dat volgens de formule niet ?
Lynn
Als de massa in een kortere tijd T rondgaat, nadert $\alpha$ inderdaad tot 90º.
De baansnelheid van de massa en de middelpuntzoekende kracht erop nemen toe.
Maar uit je constructietekening van krachten blijkt dat de constante zwaartekracht altijd verhindert dat $\alpha$ gelijk wordt aan 90º. (De helft van het krachtenparallellogram is een driehoek met de constante Fz verticaal, de toenemende Fmpz horizontaal en de toenemende Fv als schuine zijde. De driehoek wordt steeds breder als v toeneemt, maar $\alpha$ blijft kleiner dan 90º.)
Ook de uitrekking neemt mateloos toe en zodoende de omtrek van de cirkelbaan. Dit verklaart dat de omlooptijd T niet kleiner wordt dan het door jou genoemde minimum.
Als je je best doet, nadert de baansnelheid v de lichtsnelheid (het is theorie, toch?).
Dan kom je op het terrein van de relativiteitstheorie. Het valt te betwijfelen of de formule dan nog geldig is.
Groet, Jaap