Planck kromme van een ster #1

Rutger stelde deze vraag op 15 november 2023 om 22:39.

hey,
ik probeer deze opdracht
De effectieve temperatuur van ster A is meer dan 1000 Kelvin hoger dan die van ster B.
Neem aan dat het spectrum van elke ster exact een Planck-kromme is.
Timo meet bij elke ster welk percentage van alle uitgezonden straling zichtbaar licht van 380 tot 780 nanometer is.
Leg uit of het percentage bij A gelijk kan zijn aan het percentage bij B.

hoe kan je dat weten? je moet de oppervlak onder de planck kromme tussen 380 en 780 nano gebruiken. maar bij welke temp moet ik kijken binas 22?
dankjewel voor hulp,
Rutger


Reacties

Theo de Klerk op 15 november 2023 om 23:23
Er wordt geen getal gevraagd maar meer of minder.

Vuistregel: bij hogere temperatuur wordt meer energie uitgezonden bij kortere golflengten.
Dus als je de energie in hetzelfde golflengte interval meet, bij welke temperatuur zal daar dan meer energie worden gemeten?
Rutger op 16 november 2023 om 00:25
als je de energie in het zelfde golflengte interval meet, zal je daar meer energie meten bij koudere temperatuur toch? want je zegt bij hogere temp meet je meer energie bij golflengte korter dan 380nano?

kan percentage bij A gelijk zijn aan percentage bij b?
Theo de Klerk op 16 november 2023 om 01:52
> zal je daar meer energie meten bij koudere temperatuur toch?
Nee, juist meer. De piek verschuift naar kortere golflengten (en hoger) bij hogere temperatuur.

Percentage A en B zijn niet gelijk. Als A heter is dan B zal de Planckse kromme een piek bij kortere golflengte hebben en meer energie aldaar uitstralen.
Rutger op 16 november 2023 om 10:27
volgens mij ben je niet consequent
eerst zeg je " als je de energie in hetzelfde golflengte interval meet"
dus altijd bij de vaste 380 -780nano

en nu zeg je " Als A heter is dan B zal de Planckse kromme een piek bij kortere golflengte hebben en meer energie aldaar uitstralen. "
dus " aldaar" is niet bij de vaste 380-780 maar bij kortere golflengte

zo snap ik het niet
rutger
Jaap op 16 november 2023 om 11:47
Dag Rutger,
Zie de Planck-krommen in Binas tabel 22.
Begin bij de kromme van 3000 K. Schat welk deel van 'het totale oppervlak onder de kromme' tussen 380 en 780 nanometer valt.
Doe dat ook met de kromme van een steeds hogere temperatuur.
Welke tendens bespeur je?
Groet, Jaap
Theo de Klerk op 16 november 2023 om 23:21
Volgens mij ben ik consequent. Zie onderstaande figuur uit BiNas.
Hogere temperatuur = meer energie uitstralen in alle golflengtegebieden, dus ook het interval 380-780 nm. Hogere temperatuur = hogere Planck kromme = groter oppervlak, dus ook in elk interval.

Rutger op 17 november 2023 om 00:32
hoi Theo,
okay bij hogere temperatuur grotere intensiteit in elk interval dus ook 380-780nano

maar de vraag is niet over groter oppervlak of energie of intensiteit
de vraag is of
straling 380-780nano als PERCENTAGE van alle straling die hetere A uitzend
en
straling 380-780nano als PERCENTAGE van alle straling die koudere B uitzend
even groot KAN zijn

jij zegt percentage A en B zijn niet gelijk
kan er een ster A zijn met een temperatuur TA zodat het percentage even groot is als het percentage bij ster B met een lagere temp TB?
hoezo kan dat wel of niet?

Rutger
Theo de Klerk op 17 november 2023 om 11:28
Zo heb ik de vraag niet geinterpreteerd (wordt bij hogere temperatuur procentueel meer energie in een golflengtegebied uitgestraald: antwoord ja).

Procentueel kijken naar de bijdrage (oppervlakte) in een gebied tov het overige gebied bij dezelfde kromme is niet eenduidig te beantwoorden. Bij zeer lage temperatuur zal de bijdrage van een interval beperkt zijn. Bij hogere temperatuur wordt de top hoger en smaller en hangt toename af of het interval net binnen die piek valt of ver daarbuiten. 
Rutger op 17 november 2023 om 13:56
binas 22 bekijk oppervlak onder de planck kromme tussen 380-780nano als percentage van totale oppervlak bij alle golflengtes
kromme 3000K heeft vrij klein percentage tussen 380 -780nano
kromme 4000, 5000, 6000K heeft steeds groter percentage tussen 380- 780nano
zeg dat ster B 6000K is

als je sterren heter dan 6500K erbij denkt in binas 22 word het percentage 380-780 vanaf een of andere temp weer kleiner
want de top schuift alsmaar verder naar links en groter deel van totale oppervlak komt links van 380-780nano te liggen
dus percentage 380-780 word maximaal bij een bepaalde temp
en bij nog hetere ster is percentage 380-780 kleiner dan maximaal percentage
zeg dat dit ster A is

dus JA het percentage 380-780 van hete ster A kan even groot zijn als percentage 380-780 van koudere ster B
klopt dat?

rutger
Theo de Klerk op 17 november 2023 om 14:59
Je bevestigt wat ik eerder zei: het percentage kan elke waarde groter/gelijk/kleiner hebben afhankelijk van of de piek binnen of buiten het golflengte interval valt.
Rutger op 18 november 2023 om 21:29
nou meneer Theo ik bevestig niet wat je eerder zei
ik heb uitgelegd dat
percentage 380 -780straling van alle straling van hete ster A
echt wel even groot kan zijn als
percentage 380 -780straling van alle straling van koude ster B
dat heb je niet eerder gezegd. je zei eerst "Percentage A en B zijn niet gelijk" en later "niet eenduidig te beantwoorden"

jij zegt "hangt toename af of het interval net binnen die piek valt of ver daarbuiten"
maar je bedoelt wss hangt toename af of de piek net binnen het interval valt of ver daarbuiten

of de stralingspiek binnen/buiten de 380-780nano interval ligt daar gaat het volgens mij niet om
Je kan hete ster A hebben en koude ster B met de pieken van A en B allebei BINNEN 380-780nano en percentage 380 -780nano bij A even groot als bij B
(dus licht 380 -780nano als percentage van alle straling van A
en licht 380-780nano als percentage van alle straling van B)
Dat kan ook met nog hetere ster A en nog koudere ster B met de pieken van A en B allebei BUITEN 380-780nano en percentage van A even groot als van B

Rutger
Theo de Klerk op 18 november 2023 om 22:11
Vergelijken in toe/afname tussen krommen van verschillende temperaturen kan en is eenduidig.
Bij een kromme van één temperatuur de verhouding bepalen van energie tussen golflengte-invallen kan meer/minder/gelijk opleveren, afhankelijk van de kromme en de positie van het interval.

Mijn laatste woord.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)