Dag i,
Advies: reken met A, niet met mA. Zo vermijd je vergissingen.
Je
kunt ook goed uitkomen als je rekent met mA. Je maakt het dan moeilijker.
Voorbeeld 1: in een weerstand R=5 Ω is de stroomsterkte I=10 mA.
Bereken de spanning U over de weerstand.
%5Ccdot(5~%5COmega)=50%5Ctext%7B~mV%7D)
Voorbeeld 2: de spanning over een weerstand is 50 V en de stroomsterkte in de weerstand is 10 mA. Bereken de weerstandswaarde R.

Vooral in voorbeeld 2 is een fout snel gemaakt.
Reken daarom liever met A en niet met mA.
Groet, Jaap