Jip: heel - alles bij elkaar. Alle stukjes tezamen.
Janneke:  deel - een stukje van het geheel.

Voorbeeld: auto: heel systeem.  Banden, carrosserie, benzinetank, accu, stuur, dashboard: een aantal delen van wat met elkaar een auto maakt.

In de natuurkunde wordt vaak ergens een scheidslijn gelegd tussen wat men "bij het systeem" rekent en wat niet. Binnen dat systeem kan men dan onderdelen onderscheiden die voor berekeningen apart van belang zijn. 
Bijv. voor slingerbewegingen bekijken we alleen een schommel. Dat is het systeem. De speeltuin, bomen e.d. vallen buiten het systeem.  Binnen het systeem kunnen we onderscheid maken in delen die van belang zijn. Bijv. de zitplank (waarvan we de beweging willen beschrijven), de ophangtouwen (waarvan we de spanning willen meten) en de persoon die erop zit (en een beweging veroorzaakt).