NLT ijkgrafiek maken zonder lineair verband
Silvian stelde deze vraag op 24 september 2023 om 11:51. hoi,
Ik moet voor NLT een ijkgrafiek maken van loopsnelheid tegenover stapgrootte van een experiment die we hebben gedaan.
We hebben zeg maar 2 verschillende waarnemingen:
Van iemand die loopt en rent. Daarbij hebben wij gekeken naar aantal stappen en afgelegde tijd over 50 meter.
Nu hebben we een tabel van gemiddelde loopsnelheid en gemiddelde stapgrootte tijdens het lopen en het rennen. Door berekeningen kom je erachter dat er geen verband is in stapgrootte en loopsnelheid.
Maar hoe maak je daar nu een grafiek van?
en er was nog een vraag van maak de formule af ofzo iets dergelijke en hij ging zo:
loopsnelheid = (a)(stapgrootte) +(b).
dus wat moet a en b voorstellen?
Reacties
Jan van de Velde
op
24 september 2023 om 12:29
dag Silvian,
(ijk)grafieken (hoezo dat "ijk"??) maken voor zaken waartussen geen verband bestaat -zoals jouw metingen lijken uit te wijzen- lijkt me een beetje zinloos (en onmogelijk) . Ik kan me dat trouwens voorstellen, met korte snelle pasjes kun je net zo snel als met langere tragere passen. Desalniettemin, het zou me helemaal niks verbazen als atletiek-coaches voor elke hardloper een optimum weten te vinden met loopritme en paslengte voor een maximale snelheid.
Wat ik ook niet begrijp is hoe je een tabel maakt van "gemiddelde loopsnelheid en gemiddelde stapgrootte" . Als je een meting noteert is die toch nog niet "gemiddeld"? en als je daarna gemiddelden gaat uitrekenen heb je toch veel te weinig waarden over om een grafiek te maken?
En dan die formule. Weet je wat een dimensiecontrole is? Kijken of de eenheden links en rechts met elkaar overeenkomen?
Dat moet duidelijkheid geven over welke grootheden met "a" respectievelijk "b" overeenkomen. Hoe je dat dan in de praktijk van je onderzoek gebruikt is vers 2.
groet, Jan
(ijk)grafieken (hoezo dat "ijk"??) maken voor zaken waartussen geen verband bestaat -zoals jouw metingen lijken uit te wijzen- lijkt me een beetje zinloos (en onmogelijk) . Ik kan me dat trouwens voorstellen, met korte snelle pasjes kun je net zo snel als met langere tragere passen. Desalniettemin, het zou me helemaal niks verbazen als atletiek-coaches voor elke hardloper een optimum weten te vinden met loopritme en paslengte voor een maximale snelheid.
Wat ik ook niet begrijp is hoe je een tabel maakt van "gemiddelde loopsnelheid en gemiddelde stapgrootte" . Als je een meting noteert is die toch nog niet "gemiddeld"? en als je daarna gemiddelden gaat uitrekenen heb je toch veel te weinig waarden over om een grafiek te maken?
En dan die formule. Weet je wat een dimensiecontrole is? Kijken of de eenheden links en rechts met elkaar overeenkomen?
Dat moet duidelijkheid geven over welke grootheden met "a" respectievelijk "b" overeenkomen. Hoe je dat dan in de praktijk van je onderzoek gebruikt is vers 2.
groet, Jan
Jaap
op
24 september 2023 om 16:40
Dag Silvian,
Het het oog op de (huidige) titel van je vraag: bedoel je misschien 'Door berekeningen kom je erachter dat er geen lineair verband is tussen stapgrootte en loopsnelheid'?
In dat geval kan ik me als volgt een ijkdiagram voorstellen:
Silvian loopt zes maal 50 m, met een steeds toenemende stapgrootte. Ahmed meet telkens het aantal stappen en de totale tijdsduur. Hieruit volgt voor elke loop de gemiddelde stapgrootte en de gemiddelde snelheid.
Het ijkdiagram is een diagram waarin horizontaal de gemiddelde stapgrootte en verticaal de gemiddelde snelheid wordt uitgezet. Voor elke loop teken je een punt in het diagram. De ijkgrafiek is de rechte of kromme die zo goed mogelijk aansluit bij de zes punten.
Voor een rechte grafiek geldt loopsnelheid=a·stapgrootte+b waarin a de helling of richtingscoëfficiënt van de rechte is en b het snijpunt met de verticale as.
Lukt dat niet met een rechte grafiek? Dan kun je een kromme vinden die goed aansluit bij de punten met je grafische rekenmachine of een rekenhulp zoals Excel ('kleinste kwadratenmethode', regressie, 'functiefit'). Bij voorbeeld een kwadratisch of logaritmisch verband.
Later kun je dit diagram gebruiken om te voorspellen hoe groot de gemiddelde snelheid zal zijn als Silvian de 50 m gaat lopen met weer een andere stapgrootte. Of, met een grotere onzekerheidsmarge, als Sinéad 100 m gaat lopen. In die zin kun je het diagram een ijkdiagram noemen.
Is het zinvol om een enkele grafiek te tekenen door de meetpunten van de ene keer lopen en de andere keer rennen? Biomechanisch is rennen iets anders dan lopen. Zoals kruipen iets anders is dan lopen.
Groet, Jaap
Het het oog op de (huidige) titel van je vraag: bedoel je misschien 'Door berekeningen kom je erachter dat er geen lineair verband is tussen stapgrootte en loopsnelheid'?
In dat geval kan ik me als volgt een ijkdiagram voorstellen:
Silvian loopt zes maal 50 m, met een steeds toenemende stapgrootte. Ahmed meet telkens het aantal stappen en de totale tijdsduur. Hieruit volgt voor elke loop de gemiddelde stapgrootte en de gemiddelde snelheid.
Het ijkdiagram is een diagram waarin horizontaal de gemiddelde stapgrootte en verticaal de gemiddelde snelheid wordt uitgezet. Voor elke loop teken je een punt in het diagram. De ijkgrafiek is de rechte of kromme die zo goed mogelijk aansluit bij de zes punten.
Voor een rechte grafiek geldt loopsnelheid=a·stapgrootte+b waarin a de helling of richtingscoëfficiënt van de rechte is en b het snijpunt met de verticale as.
Lukt dat niet met een rechte grafiek? Dan kun je een kromme vinden die goed aansluit bij de punten met je grafische rekenmachine of een rekenhulp zoals Excel ('kleinste kwadratenmethode', regressie, 'functiefit'). Bij voorbeeld een kwadratisch of logaritmisch verband.
Later kun je dit diagram gebruiken om te voorspellen hoe groot de gemiddelde snelheid zal zijn als Silvian de 50 m gaat lopen met weer een andere stapgrootte. Of, met een grotere onzekerheidsmarge, als Sinéad 100 m gaat lopen. In die zin kun je het diagram een ijkdiagram noemen.
Is het zinvol om een enkele grafiek te tekenen door de meetpunten van de ene keer lopen en de andere keer rennen? Biomechanisch is rennen iets anders dan lopen. Zoals kruipen iets anders is dan lopen.
Groet, Jaap