dag Hugo,
Iets waar je jezelf geen plezier mee doet is bijna nergens eenheden achter zetten.
Daardoor is je hoofd daar ook niet op de achtergrond mee bezig en steek je in berekeningen eenheden bij elkaar die niet bij elkaar horen. in de brugklas leerde je bij oppervlakteberekeningen bij wiskunde al dat je geen centimeters lengte met decimeters breedte bij elkaar in één sommetje mag stoppen. Hiert noteer je een c in J/
gK, en een massa in
kg :

dat scheelt een factor 1000 in de warmte die je berekent in je water
Dan de toegevoerde warmte:

Er zitten helaas niet genoeg letters in het alfabet om elke grootheid een apart symbool te geven.
De Q die je hier gebruikt is de Q van elektrische lading (in coulomb). Stroomsterkte I doen we in ampère oftewel coulomb per seconde. Vermenigvuldigd met de seconde van tijd houden we C/s x s = C, coulomb, lading, over.
Bedenk dat je de Q van warmte nodig hebt, bedenk dat warmte een vorm van energie is, en kijk dan eens of je de toegevoerde
elektrische energie zou kunnen berekenen in je schakeling.
Dat gaat dan weer een factor 20 schelen in je toegevoerde energie/warmte.
Kijk eens of je dan wel iets redelijks vindt voor de warmtecapaciteit van die joulemeter?
Groet, Jan