Dag Nasib,
Hopelijk is de capaciteit C van de condensator van opdracht 5 en 6 bekend?
En kun je rekenen met de 'natuurlijke logaritme LN' met het grondtal e=2,718…?
In dat geval…
Het meetpunt bij 0,2 min heeft t=0,2–0,02=0,18 min=…s en U=2,4 V.
Invullen geeft
=U_0%5Ccdot%5Ctext%7Be%7D%5E%7Bt/(R%5Ccdot&space;C)%7D%5Cto&space;2,4=10%5Ccdot%5Ctext%7Be%7D%5E%7B10,8/(R%5Ccdot&space;C)%7D)
Hieruit kun je het product R·C berekenen en met de bekende C vervolgens R.
Je kunt de berekening herhalen voor de andere meetpunten en middelen.
Het is misschien mogelijk om Coach te laten berekenen welke waarde van R·C de beste aansluiting van de functie U(t) aan de meetpunten geeft ('functiefit'). Dat is beter dan zelf een gemiddelde berekenen.
Groet, Jaap