vmbo TL 2023-1 vraag 8 : vatenklemmen

Jan van de Velde stelde deze vraag op 13 mei 2023 om 11:57.

 dag collega's,

eerst nog wat eerdere informatie:




dan naar de vraagstelling:



en dan de antwoordopties, feitelijk drie meerkeuzevragen en het gaat me om die laatste:



mijn redenering:

  • vat hangt op aan twee kabels
  • er wordt dus van twee kanten aan "punt P" getrokken
  • er wordt niet gevraagd om een NETTOkracht
  • Hoe stomper de hoek tussen de kabels, hoe groter de kracht op die haak / ophangoog / punt P

Volgens mij is de kracht in punt P dus groter dan bij het rechtop hangen van het vat. 


Correctievoorschrift zegt:  "even groot als"....
Daar zou ik het mee eens zijn als dat vat met één kabel over die haak zou ophangen. Maar met twee kabels aan een haak? Dan moet die haak punt P zijn, en die haak krijgt het zwaarder en zwaarder te verduren bij een stomper wordende ophanghoek. 

Zie ik iets verkeerd, of moet deze inderdaad naar het Examenloket? 

Groet, Jan

Reacties

Jaap op 13 mei 2023 om 14:49
Dag Jan,
Bij de vraag naar 'de' kracht in punt P zou ik me afvragen: welke kracht?
De spankracht van de kabel links van P, de spankracht van de kabel rechts van P, de kracht van de getekende verticale kabel/stang/… boven P? Hiervan laat ik mijn keuze niet afhangen, want de opgave dwingt niet tot een keuze voor een van deze drie. Hoewel ongelukkig met de niet-eenduidige vraag naar 'de' kracht in P, ben ik dan toch geneigd een antwoord te geven over de nettokracht in P.
De nettokracht in P is bij 'rechtop' en 'gekanteld' even groot, namelijk nul. (De aanname lijkt me gewettigd dat het vat geen versnelling of rotatie ondergaat, en dat P het oog is.)

Er wordt niet uitdrukkelijk naar de nettokracht gevraagd. Is dat voldoende basis voor je conclusie elders 'het gaat dus niet om de NETTOkracht'? Je schrijft daar 'En dus zou ik willen stellen dat de kracht in punt P gelijk is aan de spankracht'. Maar de kracht in P zou ook de kracht van het verticale ding boven P kunnen zijn. De schuinstand heeft wel invloed heeft op de grootte van de schuine spankrachten, maar niet op de kracht van het verticale ding. Dat zou voor mij een motief zijn om 'de kracht' in P op te vatten als de nettokracht.

Wellicht menen sommige examinatoren dat de niet-eenduidige formulering 'de kracht in P' aanleiding is om het Examenloket te schrijven?
Kanttekening: met vmbo-examens heb ik vrijwel geen ervaring.
Groet, Jaap
Theo de Klerk op 13 mei 2023 om 14:59
De kracht op P naar boven is gelijk aan de kracht naar beneden (evenwicht). De spankrachten opzij nemen enorm toe bij vrijwel horizontale kabels. Maar horizontale componenten zijn ook tegengesteld: netto nul op P. Resteert de enige kracht: zwaartekrachtcompensatie. Die is hoe je het vat ook hangt, gelijk. Of de kabels niet knappen is een ander probleem.
Jan van de Velde op 13 mei 2023 om 18:22
VMBO of VWO, daar is in zoverre geen verschil dat vragen en antwoorden natuurkundig correct moeten zijn. Mijn punt is, hang die twee kabels op aan een haak, en als die kabels horizontaal genoeg hangen trekken ze die haak kapot (of zichzelf natuurlijk)

één kabel, zoals zo'n staaldraadje achterin een schilderijframe, dat OVER een schroefje in de muur hangt, en dan is de kracht op dat schroefje even groot als de zwaartekracht op dat schilderij; hoe groot de spankracht is maakt dan niet uit. "Even groot" is dan de juiste optie. 
Maar dat is hier allemaal nadrukkelijk niet het geval. 

En eigenlijk, omdat de boel stilhangt, zou de nettokracht 0 zijn. Dat is geen optie, en dan "kleiner dan" moeten gaan kiezen zou een valstrik zijn, en dat mag niet in toetsvragen. Dus hier gaat het niet over nettokracht, maar over de kracht waarmee die kabels aan die haak trekken. 

Theo de Klerk

horizontale componenten zijn ook tegengesteld: netto nul op P. 

 de mens die in de afbeelding hieronder centraal staat (of beter hangt) heeft toch andere gedachten bij die "netto nul" 


groet, Jan

Jaap op 13 mei 2023 om 19:40
Dag Jan,
Uit de opgave kan ik niet opmaken wat het geval is: 'hang die twee kabels op aan een haak' (eerste alinea) dan wel 'één kabel, zoals zo'n staaldraadje achterin een schilderijframe, dat OVER een schroefje in de muur hangt' (tweede alinea). Maar deze verschillende gevallen leiden, zoals je zegt, tot verschillende keuzen. Je eerste alinea van 18.22 uur leidt tot de keuze 'de kracht in punt P is groter dan bij het rechtop hangen van het vat'. Je tweede alinea van 18.22 uur leidt tot de keuze 'de kracht in punt P is even groot als bij het rechtop hangen van het vat'.
Daarom ben ik niet geneigd aan te nemen dat met 'de kracht in punt P' alleen gedoeld wordt op de kracht(en) van de schuine kabels in/op P.

Je schrijft: 'En eigenlijk, omdat de boel stilhangt, zou de nettokracht 0 zijn.' Met je derde alinea heb je me er nog niet van overtuigd waarom dit 'geen optie' is. Wat in de opgave is strijdig met de opvatting dat 'de kracht in punt P' de nettokracht in punt P is (=0, dus 'even groot')?
Groet, Jaap
Jan van de Velde op 14 mei 2023 om 21:17

Jaap

Wat in de opgave is strijdig met de opvatting dat 'de kracht in punt P' de nettokracht in punt P is (=0, dus 'even groot')?
Groet, Jaap

dan moet dat als zodanig benoemd worden, anders vind ik het zelfs richting strikvraag gaan, en vooral in examens moet zelfs de schijn daarvan vermeden worden.

Groet, Jan


Jan van de Velde op 19 mei 2023 om 09:54

Aanvulling op het correctievoorschrift:

Zowel "even groot als" als "groter dan" krijgen een scorepunt .
Nette oplossing vind ik.

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)