Magnetische inductie berekenen

Eline stelde deze vraag op 07 mei 2023 om 14:00.

 Beste

ik snap niet hoe er wordt begonnen aan deze oefening. De formule voor de elektrische inductie is: B= µ. 1 / 2.pi.a 
Waarom doen ze B1 + B2 en waarom gaan ze de resultaat van B berekenen ? 

Alvast bedankt voor het helpen.
groetjes



Reacties

Theo de Klerk op 07 mei 2023 om 14:27
Voor elke positie geldt dat de resulterende veldsterkte gelijk is aan de bijdragen van elk veld in dat punt. In punt A zowel als B geldt dat er 2 magneetvelden zijn, veroorzaakt door beide stroomdraden.
De sterkte van elk veld hangt af van de afstand tot de draad.
Maar zowel voor punt A als voor punt B geldt  B = B1 + B2
Jaap op 07 mei 2023 om 18:01
Dag Eline,
• Op een afstand r vanaf een lange, rechte draad waarin de stroomsterkte I is, geldt voor de grootte van de magnetische inductie

• In punt A is de magnetische inductie B1 ten gevolge van de elektrische stroom in draad 1 even groot als B2 ten gevolge van de stroom in de parallelle draad 2. Want de stroomsterkte I in beide draden is even groot, en de afstand tot elke draad is even groot, namelijk r=a.
• Zoals je vermoedelijk weet, is de magnetische inductie een vectorgrootheid. In punt A hebben $\vec{B}_1$ en $\vec{B}_2$ dezelfde richting, namelijk verticaal omlaag. Zodoende is de resulterende magnetische inductie in A gelijk aan B1+B2=60 mT (gegeven) en volgt B2=30 mT
• In punt B geldt opnieuw B2=30 mT, want r=a, net als in punt A.
In punt B is B1=1⁄3·30=10 mT, want de afstand van draad 1 tot punt B is 3·a.
In punt B is $\vec{B}_1$ tegengesteld gericht aan $\vec{B}_2$, zodat we B1 moeten aftrekken van B2. Resultaat: de resulterende magnetische inductie in punt B is 3010=20 mT.
• Je spreekt van de 'elektrische inductie'. In de opgave heet $\vec{B}$ echter de magnetische inductie.
Groet, Jaap
Eline op 07 mei 2023 om 21:08
Hartelijk bedankt voor de reacties. Dus als ik het goed heb begrepen heb je bij elke punt 2 inducties namelijk B1 en B2, klopt dit ? 
Theo de Klerk op 07 mei 2023 om 21:18
Bij elk punt heb je  evenveel inducties als er inductievelden in dat punt zijn. In de opgave zijn er 2 velden vanwege 2 stroomdraden. Maar als het er 5 zijn dan zijn er 5 velden die je vectorieel bij elkaar moet tellen.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft twee appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)