De schuifwrijving is alleen afhankelijk van het contactoppervlak tussen beide voorwerpen, waaruit deze bestaan: bijv rubber of schuurpapier of glas: wrijvingscoefficient μ) en de maximale waarde is afhankelijk van de normaalkracht op het voorwerp:  F_w = μF_N = μ mg cos α.
Onder kleinere hoek zal het voorwerp niet bewegen omdat de zwaartekrachtscomponent langs de helling kleiner is dan de maximale wrijvingskracht (die toeneemt omdat hoek α kleiner wordt). De daadwerkelijke wrijving is gelijk aan die zwaartekrachtscomponent.
Door extra kracht met de zwaartekracht te laten samenwerken (trekken met een unster) bereik je op een gegeven moment weer een totale kracht die groter is dan de maximale wrijvingskracht. 

Bij 15 graden beweegt er niks want F_wr = F_zw// < F_wr,max
Om het blokje in beweging te krijgen is minimaal een kracht F_wr,max nodig die bij 15 graden groter is dan bij 25 graden. 
De vraag is dus of  zwaartekracht langs helling bij 25º (=mg sin 25º ) die hooguit gelijk is aan de maximale wrijving μ mg cos 25º  groter is dan de zwaartekracht langs de helling bij 15º  (=mg sin 15º) plus F_unster die samen tegenwicht geven aan de nieuwe maximale wrijving μ mg cos 15º

(een helling van 90 graden vermindert het contactoppervlak tot 0 m²: het voorwerp valt vrij langs de helling naar beneden)