P = U I = U (U/R) = U2/R = (I R) I = I2R Zelfde formule, ander gebruik van de Wet van Ohm (aannemend dat daaraan wordt voldaan). In situaties waarin U bekend is gebruik je U2/R, als je I kent neem je I2R
Jaap
op
01 mei 2023 om 18:30
Dag Lisa, In het correctievoorschrift is P=I²·R gebruikt omdat de berekening zo het kortst is. Er wordt niets berekend dat niet nodig is.
Het kan ook anders, met jouw U=I·R. Stel dat de stroomsterkte 0,11 A is. Dan is de spanning over de spoel U=I·R=0,11×15=1,65 V. En het vermogen in de spoel is P=U·I=1,65×0,11=0,18 W. Dat mag, want volgens de tabel is het maximaal vermogen in de spoel 0,18 W. Als je een stroomsterkte groter dan 0,11 A invult, is het vermogen groter dan 0,18 W. Dus 0,11 A is de maximaal toelaatbare stroomsterkte. Dit is goed, maar meer werk.
In een serieschakeling is de stroomsterkte in elk onderdeel even groot→ kies P=I²·R In een parallelschakeling is de spanning over elke tak even groot→ kies P=U²/R Groet, Jaap