Dag Marjolein,
Zoals je schrijft, verandert bij β
–-verval een downquark in een upquark. Hierbij ontstaat ook een ander elementair deeltje, een W
–-boson, volgens d → u + W
–.
Vervolgens vervalt het W-boson tot een elektron en een anti-elektronneutrino volgens

Deze processen vloeien voort uit de 'zwakke wisselwerking' ofte wel 'zwakke kernkracht', een van de vier fundamentele wisselwerkingen die we nu kennen, Binas tabel 26B.
Het W-boson, het elektron en het antineutrino zaten vooraf niet als bestanddelen in de downquark. Het is eerder zo dat de downquark ophoudt te bestaan en dat tegelijk een upquark en een W ontstaan. Positronverval verloopt evenzo.
Een kort antwoord op je vraag kan luiden: de genoemde deeltjes komen uit de vooraf aanwezige massaenergie. (Volgens Einstein zijn massa en energie equivalent, twee kanten van dezelfde medaille, en kun je ze onder een noemer 'massaenergie' brengen.) Bij β
–-verval wordt een deel van de aanwezige massaenergie omgezet in de genoemde deeltjes.
Dit wordt beschreven in de kwantumveldentheorie (Engels: QFT).
Groet, Jaap
https://nl.wikipedia.org/wiki/B%C3%A8tavervalhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Zwakke_kernkrachthttps://nl.wikipedia.org/wiki/Kwantumveldentheorie