vallen

maike stelde deze vraag op 27 februari 2023 om 15:35.

Bij de eerste hulp worden twee patiënten binnengebracht die van een steiger naar beneden zijn gevallen. De ene is van een hoogte van 3 m naar beneden gevallen, de tweede van een hoogte van 6 m. Met een hoeveel keer zo grote snelheid heeft de tweede patiënt de grond geraakt?

1. minder dan 2 keer zo groot
2. 2 keer zo groot
3. meer dan 2 keer zo groot
Het antwoord is: 1. minder dan 2 keer zo groot 
Kan iemand mij dit uitleggen? 

Reacties

Theo de Klerk op 27 februari 2023 om 15:41
snelheid op tijdstip t:  v = gt
valafstand na t seconden:  s = 1/2 gt2  (s=3 of 6 m)

Hiermee moet het lukken het antwoord te geven.... Hoeveel langer val je voor 6 m als voor 3 m?
Hoeveel groter kan de snelheid dan worden?
Jaap op 27 februari 2023 om 15:44
Dag Maike,
Als je de begrippen zwaarte-energie en kinetische energie (bewegingsenergie) kent…
De hoogte van de tweede is aan't begin … maal zo groot als die van de eerste?
De zwaarte-energie van de tweede is aan 't begin … maal zo groot als die van de eerste?

De kinetische energie van de tweede is aan 't eind … maal zo groot als die van de eerste?
Denk aan het behoud van mechanische energie, dat is in dit geval de zwaarte-energie en de kinetische energie samen.

De kinetische energie is Ek=½·m·v².
Als de kinetische energie van de derde bij voorbeeld 9 maal zo groot is als van de eerste,
is de snelheid van de derde 3 maal zo groot als die van de eerste. Want 3²=9.
Hoe zit dat in jouw opgave met de tweede, vergeleken met de eerste?
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft tien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)