Deuterium kerndeeltje en elektron grondenergie

Patrick stelde deze vraag op 05 februari 2023 om 14:46.

 Hoi, 

Ik begreep een uitwerking in mijn boek niet. Ik vraag mij af of mijn manier ook kan?

Deuterium is een isotoop van waterstof met een extra neutron. De ruimte voor de kerndeeltjes  in de kern van deuterium is veel kleiner dan de ruimte van het elektron om het deuteriumatoom.

vraag e) leg uit of de grondenergie van het kerndeeltje groter of kleiner is dan die van het elektron.

Ik had deze vraag beantwoord door de formule En = ( n^2 h^2 ) / ( 8 m L^2 ) te gebruiken en dan had ik gezegd dat als L kleiner is dan is de grondenergie van het kerndeeltje groter. 

Het antwoordmodel gaf dit als antwoord: 

De ruimte waarin een kerndeeltje van deuterium kan bewegen is veel kleiner dan de ruimte
waarin het elektron beweegt. Dat betekent dat de debrogliegolflengte voor een kerndeeltje kleiner is dan dat van het elektron. Daardoor is de impuls en daarmee de kinetische energie van het kerndeeltje groter dan van het elektron. De energie in de grondtoestand van het kerndeeltje is dus groter dan die van het elektron.

Reacties

Theo de Klerk op 05 februari 2023 om 15:12
De formule die je gebruikt gaat over de bewegingsvrijheid van een deeltje binnen een gesloten ruimte (met afmeting L). Als die ruimte kleiner wordt, dan neemt de energie toe.

Die  "dozenformule" (die niet goed toepasbaar is op kerndeeltjes omdat daar ook aantrekkingskrachten door gluonveld en afstoting door elektrische velden zijn) is gevonden door de Broglie golflengte te beschouwen en hoe groot die golflengte moet zijn om te passen in een doos van lengte L.  
De redenering "kleine doos, kleine golflengte en daardoor grote energie" geeft dan hetzelfde antwoord als jij: "kleine L, en met E evenredig 1/L2 dus een hogere energie". Je kijkt naar andere grootheden (golflengte vs dooslengte) maar in feite zijn golflengte en dooslengte aan elkaar gerelateerd in de energie-formule.
Jaap op 05 februari 2023 om 22:09
Dag Patrick,
a. Als je iets in de uitwerking of het antwoordmodel niet begrijpt: wat begrijp je niet?
b. Het antwoord in het antwoordmodel heeft mijn voorkeur.
Jouw antwoord betreft een model van een eendimensionale doos.
Ten eerste is een model dikwijls een vereenvoudiging van de werkelijkheid. In dit geval: de beweging in de deuteriumkern en het deuteriumatoom is driedimensionaal. Deze vereenvoudiging maakt je redenering kwetsbaar en dit bezwaar geldt niet voor het antwoordmodel.
Ten tweede treedt in de formule van het doosmodel ook de massa als variabele op. Je bespreekt wel het verschil in dooslengte L tussen kerndeeltje en elektron, maar in je antwoord ontbreekt het verschil in massa. Dit is niet zo eenvoudig te repareren. Binas tabel 25 en 7 geeft wel de massa's van de kerndeeltjes en het elektron. En tabel 100 geeft een ruwe maat voor de diameter van een waterstofatoom; dat is ongeveer L voor het elektron. Maar ken je ook de diameter van een deuteriumkern (L voor het kerndeeltje) voldoende nauwkeurig om te zeggen of m·L² in je formule voor het kerndeeltje groter of kleiner is dan voor het elektron?
c. Theo schrijft dat de dozenformule niet goed toepasbaar is op kerndeeltjes omdat daar ook aantrekkingskrachten door gluonveld en afstoting door elektrische velden zijn. Is dat juist? Er is sprake van een doos (beperkte bewegingsruimte) juist als gevolg van de aantrekkingskracht door een gluonveld (de 'sterke wisselwerking' of 'sterke kernkracht'). Zonder sterke wisselwerking is er in deze situatie geen doos. En van 'afstoting door elektrische velden' is geen sprake tussen de deuteriumdeeltjes proton, neutron en elektron.
d. De term 'grondenergie' in de opgave zullen we maar liever vervangen door 'nulpuntsenergie', om verwarring met aardwarmte en geothermie te vermijden.
Groet, Jaap
Theo de Klerk op 05 februari 2023 om 23:00
>niet goed toepasbaar
Bij een waterstofatoom (en zwaardere) is er in praktijk meer sprake van E evenredig met 1/n2  ipv  n2 in het doosjesmodel. "niet goed" is niet hetzelfde als "niet".

Daarnaast is het doosmodel een "alles of niks" situatie: geen enkele kracht tot afstand L en dan ineens een oneindige (met daardoor oneindige potentiaal). Bij kernen (zeker vanaf He waarbij ladingen elkaar elektrisch afstoten en via kernkracht aantrekken op korte afstand) is dat niet zo simpel en is het doosmodel in die aspecten minder goed.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)