Aantrekking en afstoting door elektrische influentie

Dina stelde deze vraag op 16 december 2022 om 23:16.

 Hallo iedereen

Ik heb een vraag in verband met influentie, ik snap niet goed wanneer er sprake is van afstoting. Bijvoorbeeld bij geleiders: als er een positief voorwerp in de buurt is van de neutrale metalen bol, dan verplaatsen de elektronen in de metaal naar dat voorwerp toe en is er sprake van aantrekking en als er een negatief voorwerp voorwerp in de buurt is van een neutrale metalen bol, dan is er weer sprake van aantrekking door de elektronen die zicht in de metaal weg verplaatsen van dat voorwerp. Mijn vraag is dus wanneer er sprake is van afstoting bij influentie, is afstoting ook mogelijk als één van die voorwerpen neutraal is? Of moet beide elektronen tegengesteld geladen zijn, zodat er afstoting is? Is dat dan ook zo bij isolatoren? 

Hopelijk zal er iemand zijn die mij kan helpen.

Reacties

Jaap op 16 december 2022 om 23:41
Dag Dina,
In beide situaties die je noemt, is er sprake van aantrekking én afstoting van de neutrale metalen bol.

Breng je een positief geladen voorwerp nabij een neutrale metalen bol, dan bewegen er wat vrije elektronen langs het oppervlak van de bol en ontstaat er een netto negatieve lading aan de zijde van het geladen voorwerp. De tegenoverliggende zijde van de bol heeft een netto positieve lading als gevolg van het elektronentekort. Zodoende stoten het positief geladen voorwerp en de verre zijde van de bol elkaar af. De afstoting verliest het van de aantrekking, doordat de afgestoten zijde zich verder van het positief geladen voorwerp bevindt.
Analoog wordt de verre zijde van de bol (zwak) afgestoten door een negatief voorwerp.

Enigszins vergelijkbaar: een dunne waterstraal uit een kraan wordt netto aangetrokken door een negatief of positief geladen staaf die je ernaast houdt. Kun je dit verklaren? Er bewegen toch nauwelijks elektronen door (zuiver) water?

Hopelijk beantwoordt dit je vraag in zekere zin.
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft vijftien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)