Hallo daar, ik ben pas begonnen met natuurkunde en mijn docent is erg onduidelijk. Ik snap alles in dit hoofdstuk behalve deze opdracht:
Julia wil de formule voor de kubieke uitzettingscoëfficiënt van vaste stoffen y=3a
afleiden. Ze neemt daarvoor een ijzeren kubus met een ribbe van 1,0 m. Ze bepaalt in elke richting de lengte na een temperatuurstijging van 1 °C. Hiermee bepaalt ze het nieuwe volume.
a Laat zien dat voor de volumetoename geldt:
ΔV = (3α + 3α2 +α3) · V
b Leg uit waarom je toch mag zeggen dat γ= 3α.
Zou iemand mij hier mee willen helpen? Alvast heel erg bedankt!!!
Met vriendelijke groet, Sem.