Lucie
stelde deze vraag op
16 november 2022 om 11:25.
Hey allemaal,
Ik doe met een paar andere meiden mee aan een wiskundewedstrijd voor de onderbouw. Nu hebben wij een oefen toets gekregen en zitten wij met deze vraag:
Matthew laat een bal vallen vanaf een hoogte van 10 m. Telkens als de bal de grond raakt verliest hij de helft van zijn snelheid. Hoe vaak zal de bal terugkaatsen tot een hoogte van minstens 1 cm?
Weet iemand hoe je dit oplost?
Alvast hartelijk bedankt Lucie
Reacties
Jaap
op
16 november 2022 om 11:37
Dag Lucie, De lol van zo'n wedstrijd is dat je hem zelf wint. De bedoeling van de oefentoets lijkt me: oefenen met 'zelf winnen'. Om je op weg te helpen: • hoe hoog komt de bal na 1 maal stuiten? • hoe hoog komt de bal na 2 maal stuiten? • wat doe je elke keer, wat is de regelmaat? Zo vind je snel een antwoord op de vraag Als je elk jaar meer wiskunde leert, probeer je verder te komen met je inzicht in die regelmaat. Dat is iets anders dan telkens opnieuw een som uitrekenen met je rekenapparaat. Groet, Jaap
Theo de Klerk
op
16 november 2022 om 12:27
De helft van zijn snelheid? Of de helft van de hoogte? Bij snelheid kom je er in alleen wiskunde niet zo snel achter als je niet weet dat veind = √ (2gh) Bij hoogte is het blijkbaar 1/2 h0 , 1/2 (1/2 h0), 1/2 x (1/2 x (1/2h0)) enz en ooit moet die vermenigvuldiging op 0,1 m uitkomen.
Jaap
op
16 november 2022 om 12:54
Dag Lucie, Ter geruststelling: je berekening komt niet uit op 0,1 m. Je komt ook niet precies op 1 cm (0,01 m). Dat hoeft niet voor deze som. Hoe vaak zal de bal volgens jullie terugkaatsen tot een hoogte van minstens 1 cm? Groet, Jaap