Aantal vervallen isotopen vs activiteit.

Yh stelde deze vraag op 03 november 2022 om 18:30.

Is het aantal isotopen dat op een bepaald tijdstip niet is vervallen (N in: N = N0 x 1/2^t/t1/2) het tegenovergestelde van de activiteit (A in: A = A0 x 1/2^t/t1/2)? aangezien het aantal kernen die zijn vervallen gelijk zijn aan het aantal deeltjes die vrij zijn gekomen.

En wanneer gebruik je:
1. A = A0 x 1/2^t/t1/2
2. A = ln2/t^1/2 x N
Want op beide manieren bereken je de activiteit op 1 bepaald tijdstip.

Reacties

Jan van de Velde op 03 november 2022 om 19:17
dag Yh,

nee, dat is niet zo. "tegenovergesteld" is voor grootheden ook een vreemde kwalificatie. Het zijn ook twee geheel verschillende grootheden. Overigens, bij gelijke halveringstijd zal bij een geringer aantal radio-actieve isotopen N de activiteit A ook kleiner zijn. Dus "tegenovergesteld" lijkt hier hoe dan ook niet van toepassing.

En wanneer gebruik je:
1. A = A0 x 1/2^t/t1/2
2. A = ln2/t^1/2 x N
Want op beide manieren bereken je de activiteit op 1 bepaald tijdstip.

 tja, dat is net zo'n vraag als 

En wanneer gebruik je:
1. v= dx/dt
2. v= at
Want op beide manieren bereken je de snelheid op 1 bepaald tijdstip.

 wat je gebruikt hangt er van af welke gegevens je beschikbaar hebt. NOOIT een formule selecteren voordat je je gegeven en gevraagd op een rijtje hebt staan. 

groet, Jan

Yh op 03 november 2022 om 19:30
Ik begrijp het nu, bedankt!
Theo de Klerk op 03 november 2022 om 19:35
Wat je wel kunt stellen is dat som van wel (B) en niet vervallen (A) isotopen in een preparaat constant is. Eerst is er alleen A, dan een mengsel A en B met steeds meer B tot uiteindelijk alleen B.

Activiteit is het aantal isotopen dat elke seconde vervalt. Dat is afhankelijk van hoeveel nog niet vervallen isotopen er zijn. Dus als je van elke seconde meet hoeveel isotopen vervallen en dan al deze waarden optelt, dan weet je hoeveel isotopen op enig moment zijn vervallen en wat dus nog over is als niet-vervallen. 

Het aantal nog niet-vervallen isotopen wordt gegeven door
N(t) = N0  (1/2)t/t1/2
De activiteit is de verandering van N(t) op een bepaald tijdstip. Dat lijkt op de snelheid uit mechanica (v = dx/dt):
A(t) = dN(t)/dt
en als je dit oplost door de formule voor N(t) te nemen en naar tijd t te differentieren dan vind je de enige formule die activiteit A koppelt aan nog niet vervallen isotopen N door
A = N  (ln 2)/t1/2

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft vijftien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)