massa van verschillende temperatuur nodig voor mengsel eindtemperatuur

bilal stelde deze vraag op 26 oktober 2022 om 19:22.

MIJN VRAAG IS : Door menging van water van 15 °C en water van 75 °C wil men 10 kg water van 50 °C bereiden. Hoeveel kg water van 15 °C en hoeveel kg water van 75 °C is daarvoor nodig?

Reacties

Jaap op 26 oktober 2022 om 19:28
Dag Bilal,
De vraag is duidelijk.
Als je schrijft wat je al hebt bedacht, kunnen we je van daar af verder helpen.
Welke formule kun je bij deze vraag gebruiken?
Welke stofeigenschap van water is hier belangrijk en wat is de waarde ervan?
Groet, Jaap
bilal op 26 oktober 2022 om 19:40
Q= m*c*t en m15°C+m75°C=m50°C=10kg   
                     m15°C(50-15)+m75°C(50-75)= m50°C en c van water is 4190J/kg
Jaap op 26 oktober 2022 om 19:56
Dag Bilal,
• In plaats van Q= m*c*t schrijven we liever Q=m·c·ΔT
met ΔT=(hoge temperatuur)–(lage temperatuur)
De soortelijke warmte heeft de eenheid J/(kg·K)
De warmte die het koude water opneemt, is Qop=m15·4190·(50–15)=…·m15
De warmte die het hete water afstaat, is Qaf=m75·4190·(75–50)=…·m75
Deze hoeveelheden warmte zijn even groot → …·m15=…·m75
[Alternatief: streep c weg uit m15·c·(50–15)=m75·c·(75–50) ]
• Zoals je schrijft, zijn de beginmassa's samen 10 kg→ m15+m75=10
• Nu heb je twee vergelijkingen met twee onbekenden… Dat lukt je vast wel.
Groet, Jaap
bilal op 27 oktober 2022 om 18:32
Beste 
Ik heb het zlef geprobeerd maar ik zit nog altijd vast ,mijn wiskunde is niet zo goed.
Het zou leuk zijn als u iets meer uiltleg geeft omdat het niet zo makkelijk is voor mij.

mvg
bilal
Jaap op 27 oktober 2022 om 18:43

Dag Bilal,
Meer uitleg helpt het best als je eerst schrijft wat je tot nu toe hebt bedacht.
Daarop aansluitend kunnen we proberen je verder te helpen.
Groet, Jaap

bilal op 27 oktober 2022 om 19:00
in de bijlage kun je zien hoe ik te werk ben gegaan maar daar klopt gewoon niks van.

Bijlagen:

Jaap op 27 oktober 2022 om 19:21
Dag Bilal,
Je bovenste regel m15·(50–15)=m75·(75–50) kun je schrijven als m15·35=m75·25
Subsitueer hierin je derde regel m15=10–m75
Dat geeft (10–m75)·35=m75·25 → 350·35–35·m75=m75·25 zodat m75=…
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft vijftien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)