Dag Geraldine,
• De inductiespanning is, afgezien van plus of min, het grootst wanneer de flux door de ring het snelst verandert. Op welk(e) tijdstip(pen) is dat het geval? Onthoud: de inductiespanning is recht evenredig met het tempo waarin de flux verandert.
• Voor de maximale flux door de ring gebruik je niet de omtrek, maar het oppervlak van de ring.
• Voor beide punten geldt dat: als de magnetische inductie B niet loodrecht op de ring gericht is, telt voor de inductiespanning en de maximale flux door de ring alleen de component van B die loodrecht op het oppervlak staat. 
Groet, Jaap

> Ik had wel een idee van hoe ik het moest doen, maar ik zou graag willen weten hoe jullie het zouden bepalen.

Dus vertel eens hoe je idee was...anders lijkt het een slinkse manier om een antwoord te krijgen op een "ik heb geen idee" idee

Dag Theo,
Mijn idee was;
Ik weet dat de Uind het grootst is wanneer de fluxverandering het grootst is. Dat gebeurt bij het schuine gedeelte, dus ik had een tijdstip uitgekozen waarbij de lijn het steilst naar boven gaat.

Dag Jaap,
Ik begrijp niet waarom ik voor A de oppervlakte van een ring moet nemen, want als je de oppervlakte van de ring neemt, dan ga je er toch automatisch van uit dat er een flux is over de hele cirkel, terwijl er eigenlijk een gat in de ring zit waar er dan (volgens mij) toch geen flux op is want er is daar helemaal geen oppervlakte maar slechts een gat.

Dat klopt:  V = ΔΦ/Δt = A ΔB/Δt  (als A het niet veranderende oppervlak is).
De verandering  ΔB is het grootst als de B,t grafiek het steilst is: naar beneden of naar boven - daardoor verandert alleen de inductiespanningsrichting. Dus helemaal goed: op de B,t grafiek zullen dat de tijdstippen zijn waarbij B=0 en de grafiek door de tijdsas gaat.

De flux Φ = B.A en met een constante A (ring verandert niet) moet B dus de veranderlijke zijn. De flux is dan maximaal (plus of min maximum) als B maximaal is. Wanneer is dat? op de toppen en dalen van de grafiek, bus bij B_max .

De flux is dus maximaal als de verandering erin, ΔΦ/Δt, nul is en de inductie juist maximaal als de verandering maximaal is. Dat is als B=0 (tesla).

Dag Geraldine,
De inductiespanning is, afgezien van plus of min, het grootst wanneer de fluxverandering door de ring het snelst gaat. Inderdaad, als (de raaklijn aan) de B,t-grafiek het steilst is.
Wat betreft plus en min:
• de inductiespanning is het meest negatief als de raaklijn het steilst naar boven gaat
• de inductiespanning is het meest positief als de raaklijn het steilst naar beneden gaat.

Uit proeven blijkt: de inductiespanning is recht evenredig met het tempo waarin het aantal magnetische veldlijnen dat door het oppervlak van de ring prikt, verandert. Het oppervlak is recht evenredig met r² (r is de straal van de cirkelvormige ring).
De inductiespanning is niet recht evenredig met het tempo waarin het aantal veldlijnen dat de omtrek raakt, verandert. De omtrek is recht evenredig met r, niet r².
Daarom is het slim om de flux te definiëren als magnetische inductie maal het oppervlak van de ring → Φ=B_⊥·A.
Groet, Jaap