Bernoulli zonnecollector

Jos stelde deze vraag op 08 oktober 2022 om 14:23.

 Hallo,
Mijn docent gaf mij deze oefening maar ik snap hem niet volledig van welk punt moet ik het debiet uitrekenen 
Alvast bedankt

Reacties

Theo de Klerk op 08 oktober 2022 om 14:43
Het debiet is overal hetzelfde. Alleen door de grotere oppervlakte/doorsnede bij punt (1) zal het water langzamer stromen en bij (2) juist sneller zodat per seconde toch dezelfde hoeveelheid water wordt doorgelaten. Die stroomsnelheid uit zich ook door een druk verschil tussen (1) en (2) wat je aan het olie-niveau verschil kunt zien.
Bij twee buisjes rondom positie (1) of (2) zou er geen drukverschil zijn en de hoogte h = 0 cm als drukverschilaanduiding. Maar tussen (1) en (2) is dat verschil er wel.
Jos op 08 oktober 2022 om 14:48
Dankje, Zou jij ook een oplossing willen sturen met de wet van bernouilli als dat mogelijk is.
Alvast bedankt!
Jaap op 08 oktober 2022 om 15:03
Dag Jos,
Wil je hier je (gehele of gedeeltelijke) uitwerking schrijven of een foto ervan plaatsen?
Dan kunnen we zien of de uitwerking juist is en zo nodig verbeterpunten noemen.
Groet, Jaap
Jaap op 08 oktober 2022 om 15:40
Dag Jos,
De officiële uitkomst 7,2×10–6 m³/s is aanzienlijk kleiner dan mijn voorlopige uitkomst, uitgaande van onsamendrukbare vloeistof, verwaarloosbare wrijving en een stroomsnelheid die over de gehele doorsnede van de buis even groot is. Het is natuurlijk mogelijk dat mijn uitkomst onjuist is.
Ben je er zeker van dat de officiële uitkomst juist is?
Groet, Jaap
Jos op 08 oktober 2022 om 15:52
Beste jaap
dit is mijn oplossing
Ik ben niet zeker van het antwoord, dit is een document van mijn docent.

Jaap op 08 oktober 2022 om 16:08
Dag Jos,
• In regel 4 streep je de druk p in de punten 1 en 2 tegen elkaar weg. Dat is niet juist.
p1–p2olie·g·h
• In regel 4 kun je wel de termen ρwater·g·h tegen elkaar wegstrepen. Het water stroomt immers door een horizontale pijp.
• In regel 4 streep je bij punt 1 de term ½·ρwater·v² door. Dat is niet juist: deze term is niet nul of verwaarloosbaar. Omdat het debiet punt 1 en 2 even groot is, geldt v2·A2=v1·A1. Hiermee kun je v2 uitdrukken als een factor maal v1. De factor hangt af van de verhouding tussen de diameters bij punt 1 en 2. Dit leidt tot een waarde van v1 en vervolgens het debiet.
Groet, Jaap
Jos op 08 oktober 2022 om 16:23
Dag Jaap dankje voor de uitleg 
Maar zou het mogelijk zijn dat je jouw volledige oplossingen blad door stuurt als het niet te veel moeite is natuurlijk

Alvast bedankt
Jaap op 08 oktober 2022 om 16:45
Dag Jos,
Een volledige uitwerking plaats ik (nu) niet.
Mijn voorlopige uitkomst is een volumedebiet van 15,4 cm³/s.
Groet, Jaap
Jan van de Velde op 08 oktober 2022 om 21:10

Jaap

Mijn voorlopige uitkomst is een volumedebiet van 15,4 cm³/s.

klopt.  

Beste Jos, volg beter even Jaaps instructies.

groet, Jan


Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft zestien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)