24) In BiNaS zie je dat lengte L een heel aantal halve golflengtes moet zijn: L = n . 1/2 λ (n=1,2...)
v = λ f dus λ = v/f . Invullen levert L = n . 1/2 v/f
Grondtoon n=1: L = 1 . 1/2 v/f dus f
grond = 1/2 v/L
Boventonen n=m: L = m 1/2 v/f
m dus f
m = 1/2 m v/L = m (1/2 v/L) = m f
grond Inderdaad substitueren en, zoals de vermalendijde gokreclames zeggen "koppie gebruiken"
25) Algemeen f = m f
grond en blijkbaar f
A = m f
A,grond en f
E = n f
E,grond maar ook f
A/f
B = 2/3
Die deling op beide toepassen: f
A/f
B = m/n maar ook f
A,grond/f
E,grond = 2/3
Dus 2/3 = m/n en daarmee is 2n = 3m Als n=2 en m=3 heb je een gelijkheid (en passen beide boventonen op de snaar), met n=3 en m=2 heb je dat ook (voor 6 en 4 geldt het ook en feitelijk voor alle veelvouden van 3 en 2 samen)
Je kunt dus niet alle frequenties nemen, want de vraag is feitelijk "bij welke frequenties of golflengtes passen er voor beide een heel aantal (maar voor beiden een verschillend aantal) halve golflengtes op die snaar")
Je kunt het correctievoorschrift er eens op na lezen (geldt voor elke examenopgave)
https://www.examenblad.nl/examendocument/2022/cse-3/natuurkunde-vwo/correctievoorschrift/2022/vwo/f=/VW-1023-a-22-3-c.pdf