Maximale snelheid van een pogo-stick

Jette stelde deze vraag op 18 juni 2022 om 20:01.

Hallo,

Ik kan niet uit de volgende opdracht komen, is er iemand die me het kan uitleggen? 

Nick heeft een massa van 75 kg en een pogo-stick van 6,8 kg. Nick stelt de veerconstante in op 20 kN/m. Tijdens het neerkomen drukt hij de verende gascilinder 50,0 cm in. Bij het omhooggaan werkt zowel veerkracht als zwaartekracht op Nick. Hij bereikt zijn maximale snelheid op het moment dat zwaartekracht en veerkracht gelijk zijn aan elkaar. Wat is zijn maximale snelheid?

In de formules voor zwaarte-energie en veerenergie staat geen snelheid, ook niet in die voor zwaartekracht en veerkracht. In de formule voor kinetische energie staat wel snelheid, maar ik weet niet wat de grootte van de kinetische energie is. 

Reacties

Theo de Klerk op 18 juni 2022 om 20:12
Snelheid bij zwaartekracht:  v = v0 - 9,81 t   (negatief als naar beneden)
Zwaartekracht  F = - 9,81 m
Veerenergie:  E = 1/2 Cu2 die bij maximaal geheel kinetische energie 1/2 mv2 kan worden waardoor vmax = 2πA/T   (A = 0,500 m, T = 2π√(m/C) )
Veerkracht: F = ma = mu" = - Cu  (-> u =  A sin 2πft = A sin (t√(C/m) )
Daar moet iets mee te doen zijn.
Jette op 18 juni 2022 om 20:38
Om eerlijk te zijn begrijp ik nog steeds niet hoe ik deze opgave nu moet oplossen.
Theo de Klerk op 18 juni 2022 om 21:00
Wanneer is een snelheid het grootst? Als de positieve versnelling nul wordt. Daarna blijft het met vaste snelheid bewegen (zoals een parachutesprong als positief naar beneden wordt genomen) of neemt een tegenwerkende (negatieve) versnelling het over en daalt de snelheid weer. Zoals bij een pogo stick als alleen de zwaartekracht nog naar beneden trekt en de snelheid omhoog doet afnemen.

Dus zonder rekenen: wanneer is de snelheid het grootst?

Met rekenen: wat is de maximale snelheid die een ontspannende veer aan een voorwerp kan geven?
Jaap op 18 juni 2022 om 23:25
Dag Jette,
• Laten we aannemen dat alle invloeden van luchtweerstand, wrijving en de snelle samenpersing van het gas in de cilinder verwaarloosbaar zijn.
• Laten we aannemen dat de gehele massa van de stok tijdens het indrukken en omhoog gaan even ver beweegt als Nick, ofschoon de voet van de stok op de grond blijft.
• De totale massa is m=75+6,8=81,8 kg.

• Je kunt de opgave oplossen met krachtenevenwicht en
a. de 'relatie tussen arbeid en energie', die in Binas tabel 35A4 de 'wet van arbeid en energie' ΣW=ΔEk heet, of met
b. de wet van behoud van energie.
Manier a en b komen op hetzelfde neer.
Laten we manier b kiezen. Dat is in deze opgave wat overzichtelijker.

Teken onder elkaar vier punten, niet op schaal.
• Punt 1: Nick is met stok even in rust op het hoogste punt. De stok raakt de grond nog niet.
• Punt 2: de stok raakt de grond, maar is niet ingedrukt → de indrukking is u2=0
De hoogte van punt 1 boven punt 2 noemen we h (onbekend).
• Punt 3: de veer is gedeeltelijk ingedrukt. De veerkracht omhoog is hier even groot als de zwaartekracht omlaag. Volgens de opgave is de snelheid v3 in dit punt maximaal. Dat is de gevraagde snelheid, die verstopt zit in de kinetische energie. De indrukking van de veer is hier u3 (onbekend).
• Punt 4: het laagste punt van de beweging. Nick is met stok even in rust. De indrukking van de veer is maximaal, namelijk u4=0,500 m. We stellen de zwaarte-energie in dit punt op nul.

Als we Nick in rust in punt 3 plaatsen, is de veerkracht even groot als de zwaartekracht.
Ga je gang: bereken u3 met het krachtenevenwicht Fv,3=Fz.

Vervolgens laat Nick zich vallen vanuit rust in punt 1. Hij komt even tot stilstand in punt 4.
• Leg uit: in punt 1 is Ek=0 en is Ev=0 en is de zwaarte-energie Ez=m·g·(h+u4)
De totale energie in punt 1 is alleen Ez.
• Leg uit: in punt 4 is Ek=0. We hebben gekozen Ez=0 in punt 4.
De totale energie in punt 4 is alleen veerenergie Ev=½·C·u4²
• Wet van behoud van energie: de totale energie in punt 1 is even groot als in punt 4 →
m·g·(h+u4)=½·C·u4² Ga je gang: bereken h.

Tenslotte beweegt Nick omhoog van punt 4 naar punt 3.
• De totale energie in punt 4 is alleen Ev,4=½·C·u4²
• Leg uit: in punt 3 heeft Nick
zwaarte-energie Ez,3=m·g·(…) ten opzichte van punt 4
plus veerenergie Ev,3=½·C·…²
plus kinetische energie Ek,3=½·m·v3²
• Wet van behoud van energie: de totale energie in punt 3 is even groot als in punt 4 →
bereken v3, de gevraagde maximale snelheid.

• Theo schrijft om 20.12 uur: 'Snelheid bij zwaartekracht: v = v0 - 9,81 t'
Beneden punt 2 is dit niet van toepassing. De beweging is dan geen vrije val.
• Theo schrijft: 'Veerenergie: E = 1/2 Cu2 die bij maximaal geheel kinetische energie 1/2 mv2 kan worden'.
In deze opgave wordt de veerenergie niet geheel omgezet in kinetische energie: er is ook omzetting in zwaarte-energie.
• Theo schrijft: 'A = 0,500 m'
Er kan een trilling ontstaan met een amplitude A=0,500–u3, niet A=0,500 m.
De invloed van u3 is niet verwaarloosbaar.
• Theo schrijft: F = ma = mu" = - Cu
De resulterende kracht m·a bestaat niet alleen uit de veerkracht C·u maar ook uit Fz.

Groet, Jaap
Theo de Klerk op 19 juni 2022 om 13:05
De diverse opmerkingen over mijn opmerkingen zijn deels een terechte specificering, maar ik gaf ook alleen de "algemene" formules die alleen in een aantal situaties van toepassing zijn of in combinatie.

Zoals
>Theo schrijft: 'Veerenergie: E = 1/2 Cu2 die bij maximaal geheel kinetische energie 1/2 mv2 kan worden'.
In deze opgave wordt de veerenergie niet geheel omgezet in kinetische energie: er is ook omzetting in zwaarte-energie.

geldt natuurlijk dat de zwaarte-energie ook meetelt, maar dat mgΔh  met Δh < 0,500 m vergeleken met de 1/2 mv2 niet heel veel zoden aan de dijk zet (maar wel iets).

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft vierentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)