Katrol probleem (Atwood)
J stelde deze vraag op 02 juni 2022 om 14:06.Hallo,
ik heb een vraag over een katrol probleem.
In de vraag heb je een 2 massa's aan een katrol.
massa 1 is 8kg en massa 2 is 5kg. Je moet hierbij de versnelling berekenen.
Ik heb nu de formule a= Fnetto/mtotaal
maar in die formule wordt geen rekening gehouden met de spankracht.
Hoe moet ik dit aanpakken?
Reacties

Maar bij de tweede vraag vragen ze wat de spankracht is op het touw van de 8kg massa. Hoe bereken ik dit?
denk in extremen:
1) Je spijkert de 5kg massa vast (het systeem hangt stil, versnelt niet): hoe groot is de versnelling van de 8 kg massa? Hoe groot is de spankracht?
2) Je knipt het touw boven de 5 kg massa door, (de 8 kg massa gaat in vrije val): hoe groot is de versnelling van de 8 kg massa? Hoe groot is de spankracht?
En dan nu deze realiteit: Hoe groot berekende je de spankracht? Dus, wat wordt dan de versnelling?
Groet, Jan
2) als het 8 kg gewicht valt dan a=30 N/30 kg = 1 m/s2
En de spankracht is 0 N
Ga ik zo de juiste richting op? Ik vind dit echt moeilijk om in te beelden
En de spankracht =0
Maar is de spankracht ook 0 N als de beide gewichten aan de katrol hangen? Of geldt dit alleen als ze in vrije val zijn.
De massa's bewegen niet. De zwaartekracht trekt ze naar beneden. Dus moet er een gelijk grote maar tegengesteld gerichte kracht zijn die de massa's op hun plaats houden (a = 0 m/s2 omdat resulterende kracht 0 N is). Dat is de spankracht van het touw. Die trekt de massa's omhoog. Zwaartekracht trekt naar beneden. Netto nul.
De spankracht kan de massa omhoog trekken omdat het met eenzelfde kracht aan het plafond trekt. Als dat niet ook een tegenkracht gelijk aan de spankracht kan leveren, dan stort het plafond in. Zo wel, dan kun je het touw zien als een "tussenmedium" voor het plafond dat aan de massa trekt.
En terug naar je katrol probleem: bekijk elke massa apart en bepaal welke krachten erop werken. Een neem aan dat het resultaat een kracht is die een versnelling F = m.a geeft.
Dan kun je voor beide massa's een krachtenvergelijking opstellen die "a" als gemeenschappelijke waarde heeft. Dan valt de rest op te lossen.

Hallo,
door a te elimineren hou je 13Fs - 80 g =0 over. Hierna doe je Fs = 80g/13 = 6,15 g
Betekent dit dat de Fs = 60,3N ? En kan je dan niet dat invullen.
60,3 N - 8(9,8)N = -8a
-18,1N = -8a
a= -18,1/-8 = 2,3 m/s2
Invullen geeft:
Fslinks= 56,8 N maar waarom is dit niet gelijk aan Fs= 6,15 *g?
Fsrechts= 62,5N
>En kan je dan niet dat invullen.
Dat wordt gedaan.
Fslinks = Fsrechts = 60,3 N - dat rekende je met Fs uit.
Ik weet niet waar je ineens Fslinks en Fsrechts als anders vandaan haalt.
De spanning is aan beide kanten gelijk, de tegenwerkende krachten (5g en 8g) niet. Daardoor is de resultante voor het 5 kg blok omhoog met versnelling a en voor het 8 kg blok naar beneden met dezelfde versnelling.
even doorgaand op de tip van "denk in extremen":
Jan van de Velde
1) Je spijkert de 5kg massa vast (het systeem hangt stil, versnelt niet): hoe groot is de versnelling van de 8 kg massa? Hoe groot is de spankracht?2) Je knipt het touw boven de 5 kg massa door, (de 8 kg massa gaat in vrije val): hoe groot is de versnelling van de 8 kg massa? Hoe groot is de spankracht?
En dan nu deze realiteit: Hoe groot berekende je de spankracht? Dus, wat wordt dan de versnelling?
zet die extremen dan gewoon in een Fspan/a diagram voor die massa van 8 kg:
Je kunt nu bij elke spankracht de bijbehorende versnelling van dat blok aflezen (of andersom als je eerst de versnelling van het systeem en dus ook van dat blok berekende, de bijbehorende spankracht) .
Hoeft niet via zo'n diagram, maar als je de logica van deze aanpak ziet -in zo'n diagram ook letterlijk ziet- zie je ook vlot de wijze van berekenen.
Hoi,
hoe kan het dat de Fspan gelijk is aan beide kanten, want de massa's verschillen. Ik begrijp niet hoe dat werkt.
en de grafiek vind ik persoonlijk heel handig, maar geldt dit alleen bij deze katrol? Of is dit ook te gebruiken bij bijvoorbeeld een katrol waarbij een gewicht op een helling staat.
J
hoe kan het dat de Fspan gelijk is aan beide kanten, want de massa's verschillen.
Dat is geen kwestie van kunnen, maar van moeten: het is één touw, en de spankracht in dat touw kan niet op verschillende plekken in dat touw verschillend zijn (we veronderstellen wel even een massaloos touw).
Die grafiek is overigens alleen een uitvloeisel van het denken in extremen als je even in de war bent , en wat dan tussen die extremen moet gelden.
Maar laten we even recapituleren:
Zwaartekracht links 80 N, rechts 50 N ( g is afgerond 10 m/s², 10 N/kg )
Netto dus 30 N, links naar beneden
Massa totaal 13 kg
Versnelling dus a=F/m = 30/13 = 2,3 m/s²
Om 5 kg omhoog te trekken met een versnelling van 2,3 m/s² is er F=ma=5 x 2,3 = 11,5 N netto omhoog nodig.
De spankracht omhoog is dus 11,5 N groter dan de zwaartekracht (50 N) op die 5 kg
spankracht dus 11,5 + 50 = 61,5 N
Even dubbelchecken, 2,3 m/s² en 61,5 N:
Aan de andere kant, nettokracht (naar beneden) op die 8 kg is dus F=ma = 8 x 2,3 = 18,5 N .
De zwaartekracht naar beneden is 8 x 10 = 80 N, de spankracht moet dus 80-18,5 = 61,5 N naar boven zijn.
Inderdaad, beide zijden van het touw, onvermijdelijk, dezelfde spankracht.
Groet, Jan
Bedankt