Bal van een gebouw af

J stelde deze vraag op 29 mei 2022 om 20:10.

Hallo,
ik heb hulp nodig bij deze vraag.


Hoe moet je berekenen met welke snelheid de bal van het gebouw moet afgaan om op plaats b op de grond te komen?


Reacties

Jaap op 29 mei 2022 om 20:30
Dag J,
We kunnen de verticale en horizontale beweging afzonderlijk beschouwen.
De tijdsduur voor verticale en horizontale beweging tot T is even groot.
Lukt het om de tijdsduur van de verticale beweging van het dak tot de grond te berekenen?
Daarna zien we verder.
Je schrijft over 'plaats b'. Dat snap ik niet.
Groet, Jaap
J op 29 mei 2022 om 20:39
Ah met plaats B bedoelde ik plaats t.
Waarom is de beweging voor de horizontale en verticale beweging even groot?
Bij de verticale beweging heb ik 10 m / g gedaan.
Jaap op 29 mei 2022 om 20:44
Dag J,
De tijdsduur van de verticale en horizontale beweging is even groot.
Omlaag duurt even lang als opzij.
Omlaag duurt niet Δt=(10 meter)/g.
Gebruik je natuurkundeboek of Binas voor een tweede poging…
Groet, Jaap
Jan van de Velde op 29 mei 2022 om 20:46

J

Waarom is de beweging voor de horizontale en verticale beweging even groot?

 nee, niet de beweging, wel de tijd.
In de tijd dat de bal 10 meter naar beneden valt gaat hij ook 3 m opzij.

En reken gewoon met ronde getallen, want de vraag luidt "most nearly". Pak voor de valversnelling dus gewoon 10 m/s² 
Verticale beginsnelheid is 0. Hoe lang doet die bal er dan over om 10 m te vallen? 

Groet, Jan

J op 29 mei 2022 om 20:56
Ik heb echt geen idee hoe ik verder moet.
alle formules bij tabel 25 a1 zijnof s=Vt of a=dx/dt
Of zie ik iets over het hoofd?
Jaap op 29 mei 2022 om 21:05
Dag J,
In Binas tabel 35A1 is een handige formule aangeduid als
'eenparig versnelde beweging … plaatsfunctie'.
Het bruikbaar deel ervan is ½·a·t² (verticale beginsnelheid=0 en kies beginplaats=0)
Dat passen we toe op de verticale beweging: (verticale afstand)=½·g·t²
Hiermee bereken je de tijdsduur t van de verticale beweging van het dak tot de grond.
Daarna bekijken we de horizontale beweging: v=x/t
Groet, Jaap
Theo de Klerk op 29 mei 2022 om 21:06
En die gebruik je dus ook.
Eerst bereken je de horizontale snelheid. Blijft die (in ideale omstandigheden zonder wrijving) constant of verandert (versnelt/vertraagt)  deze?
Dat is het sx = v0,x t (gelijke snelheid)
of sx = 1/2 axt2 + v0,x
J op 29 mei 2022 om 21:16

Oh oké. 

dus dan is je verticale snelheid 2^0,5 
en Vhoriz= 3/2^0,5

heel erg bedankt !

Jan van de Velde op 29 mei 2022 om 21:22

J

dus dan is je verticale snelheid 2^0,5 

 eenheden zouden handig zijn :( 
En nee, die √2 ... is dus geen snelheid. 

als dat zou was dan zou je met vhoriz= 3/√2 een afstand delen door een snelheid, en dat kan geen snelheid opleveren.

Beetje strakker noteren en rekenen, anders loop je bij ieder iets gecompliceerder wordend sommetje geheid iedere keer muurvast. 
netjes noterend hou je overzicht en kom je vanzelf op juiste grootheden en eenheden uit. 

svert = ½gt²
10 = 0,5 x 10 x t²
2 = t²
t = √2 s  (en niet v = √2 dus )

vhor = shor/t = 3/√2 m/s 

Groet, jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft achttien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)