Instroom

Jack stelde deze vraag op 24 mei 2022 om 11:03.

 Als ik een inlaat heb met een diameter van 31mm op een waterdiepte van 0.2 meter. Hoeveel liter heb ik dan per minuut.
Heb de proef gedaan met een emmer met 10 liter water er in en kwam op 40 liter per minuut. Echter er onstaat dan een kolkje die de doorstroming beinvloedt.

Gr Jack

Reacties

Theo de Klerk op 24 mei 2022 om 11:41
?  Een inlaat.  En dan? wordt er iets in opgezogen? Of geheveld?
Jack op 24 mei 2022 om 11:49
Beste Theo,

Een inlaat in een boot waar een aansluiting op een toilet zit. 

Gr Jack
Theo de Klerk op 24 mei 2022 om 12:03
Daar heb ik geen kaas van gegeten. Geen idee hoe een boot-toilet is aangesloten en blijkbaar rivierwater gebruikt om te spoelen. Wellicht een ander...
Jaap op 24 mei 2022 om 13:35
Dag Jack,
Met een overdruk gelijk aan de hydrostatische druk 2000 Pa van 0,2 m waterkolom en een viscositeit van ongeveer 0,001 Pa·s kunt u met de wet van Hagen-Poiseuille het debiet in m³/s of L/min berekenen als ook de buislengte L bekend is:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Hagen-Poiseuille
In de praktijk wijkt het debiet flink af van deze theoretische waarde, als gevolg van contractie (onder andere het kolkje) en stromingweerstand door bochten in de buis en wrijving. Correcties voor deze afwijkingen zijn nauwelijks te berekenen, zodat men in de praktijk doorgaans afgaat op hetgeen men meet. Die emmerproef is zo gek nog niet.
Groet, Jaap
Jack op 24 mei 2022 om 14:07
Beste Jaap,

L=voor de lengte van de buis hou ik 0.02 meter aan.
R= 0.015 
Klopt het dan dat het 99 liter per minuut is?

Gr Jack
Jaap op 24 mei 2022 om 14:19
Dag Jack,
Een buis met een lengte van 2 cm en een diameter van 3,1 cm?
Daarbij kan ik me in deze situatie niets zinnigs voorstellen.
Tot overmaat van ramp geldt de wet van Hagen-Poiseuille voor een laminaire stroming ('nette stroming' in laagjes). Daar is in deze situatie geen sprake van.
Suggestie: vergeet de theoretische berekeningen.
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft achttien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)