Geleiders met een stroomzin in tegengestelde zin

saar stelde deze vraag op 23 mei 2022 om 14:47.

 "Geleiders met een stroomzin in tegengestelde zin stoten elkaar af". Mag ik dan de formules F= B*I1*L1 tot punt P en F=B*I2*L2 tot punt P wel gelijkstellen aan elkaar om zo I2 te vinden? 



Reacties

saar op 23 mei 2022 om 14:49
Oops verkeerde formule, was te snel.
Ik bedoelde de formule van een rechte stroomvoerende geleider> ù*I1/2pi*r1 tot punt P gelijkstellen aan ù*I2/2pi*r2 tot punt P om zo I2 te zoeken? 
saar op 23 mei 2022 om 14:51
want er staat letterlijk 'magnetische veld in punt p is nul' dus ik denk wel dat ik ze aan elkaar mag gelijkstellen? 
Maar snap niet of er enig invloed is van die tegenwerkende krachten en of er nog iets is waarmee ik rekening mee moet houden bij het oplossen van deze oefening. 
Theo de Klerk op 23 mei 2022 om 16:13
De veldrichting van beide draden is tegengesteld in P, dus ze zullen elkaar tegenwerken.
En waar ze precies gelijk zijn in grootte is de resultante nul.
De veldsterkte wordt gegeven door 

Dus waar B1 = B2 is de resultante 0. De afstand tot de daden r is resp. 1/2 d en 3/2 d.
Dus als B1=B2 en r= 1/2d of 3/2 d, wat is dan de verhouding tussen beide stroomsterkten? En als I2 = 4A, wat is dan bij gevolg de grootte van I1?
Gert op 23 mei 2022 om 16:19
Je hebt naast de formule voor het magneetveld ook nog het gegeven dat B1 = – B2, omdat het veld in P nul is. Daarmee wordt de som gemakkelijk op te lossen.

Of, redenerend, de afstand van P tot draad 2 is 3x zo klein als die naar draad 1. De magneetveldsterkte is omgekeerd evenredig met de afstand, dus ...
saar op 23 mei 2022 om 16:21
Theo, bedankt! Ik kom 12A uit, heb inderdaad de twee formules aan elkaar gelijkgesteld. B1=B2
Theo de Klerk op 23 mei 2022 om 16:26
3 x grotere afstand, zelfde veldsterkte, daarvoor is een 3x grotere stroom nodig. Dus 3 x 4 = 12 A. Helemaal goed.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft elf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)