Ik kom bij deze oefening telkens het foute antwoord uit.
Als stap 1 heb ik dus gekeken naar welke weerstanden in serie en welke in parallel staan.
15ohm staat in serie met parallel van 10ohm,20ohm,20ohm. Als equivalente weerstand kwam ik 20ohm uit.
Vervolgens gekeken naar hoeveel de stroom I bedraagt wanneer schakelaar open is.
I is dan 50V/25ohm (omdat 15 en 10 in serie staan). Dus kwam ik hier 2A uit.
Dan heb ik gekeken hoeveel I zou zijn als schakelaar gesloten zou zijn. Hier heb ik de 50V gedeeld door de equivalente weerstand dus de 20ohm gedaan en kreeg ik 2,5A. En hier blijkt dan dat de stroom toegenomen is met 0,5 maar dit kan niet ? Ik snap niet wat ik hier verkeerd doe en heb nog geen zicht op de plaatsing van Amperemeter en bij berekenen van stroomsterkte welke weerstanden ik dan moet meerekenen.

bedankt alvast